Afbeelding

Column Luuk Stam - Doei Rio

Algemeen

De Olympische Spelen zitten erop. Twee weken lang was Rio de Janeiro het epicentrum van de sportwereld. De rest van de wereld keek mee. We genoten van Usain Bolt. Van Michael Phelps. Van Greg van Avermaet. Van Tess Wester. En van al die anderen. Inmiddels ligt die sportwereld ergens op een strand bij te komen. Rio is weer gewoon een stad in Brazilië. Dat is voor de rest van de wereld even omschakelen. Vooral voor de fanatieke volger.

Een fanatieke volger was ik zeker. Twee weken lang stond ik op met het laatste nieuws over pak 'm beet het polsstokhoogspringen. Op mijn brood smeerde ik yuko's, waza-ari's en ippons. Ik poetste mijn tanden met een dubbele draai om de lengte-as en een gespreide ellegreep. Als er even niemand keek, oefende ik stiekem op mijn strafcorner. Je wist nooit waar het goed voor was. En 's avonds voor het slapen gaan, zong ik zachtjes het Wilhelmus.

Alles waar iemand in een oranje shirt vooraan meedeed, was de moeite van het volgen waard. Boogschieten. Wat was het spannend! Handbal. Wat was het spannend! Beachvolleybal. Wat was het spannend! En wat te denken van zeilen, volleybal, hockey, paardspringen, zwemmen, wielrennen op de weg, wielrennen op de baan, judo, windsurfen, roeien, atletiek. Turnen! BMX! En een gruwelijk eind zwemmen in de zee. Wat was het spannend!

Heel veel sporten waar niemand in een oranje shirt vooraan meedeed, waren trouwens ook de moeite van het volgen waard. Het rugby bijvoorbeeld. De mannen van Fiji vierden hun historische winst door samen een prachtig gospellied te zingen. Op de mountainbike reed wielerheld Peter Sagan. De Britse broertjes Brownlee domineerden de triatlon. De badmintonners stegen weer huizenhoog boven het campingniveau uit. En uiteraard speelden ook de Amerikaanse basketbalvedettes.

Waar we als Nederland in een soort van neerwaartse spiraal de eerste week doorliepen, viel er uiteindelijk toch nog heel wat te vieren. Het goud voor balkturnster Sanne Wevers - met een oefening waarbij ik al bij de opsprong mijn nek zou hebben gebroken - was fenomenaal. En we wonnen medailles waar we nooit rekening mee hadden gehouden. Had u ooit gehoord van Ilse Paulis en Maaike Head? En wist u dat we überhaupt meededen aan het boksen!? Ik niet.

Er was ook drama. Natuurlijk was er drama. Het hoort bij sport. Net als bij het leven. Er was die allerlaatste gevaarlijke bocht van Annemiek van Vleuten. Er was Ellen van Dijk, die een vrijwel zekere medaille verspeelde door tijdens de tijdrit de bosjes in te sukkelen. Er waren de twee honderdsten van Jeroen Dubbeldam. Er was de val van Epke. En er was Yuri. Of eigenlijk was Yuri er niet. Het was in ieder geval geen moment saai.

En nu? Nu is er een zwart gat. Een lange donkere tunnel. Ergens heel in de verte van die tunnel brandt licht. Daar heet het Tokio en daar is het 2020. Maar daar zijn we nog lang niet. Daarom keren we terug naar de dagelijkse realiteit. Op tv gaat het weer over politieke problemen, over oorlogen en over de vraag of deze zomer nou wel of niet geslaagd is. En zondag begint Boer zoekt Vrouw. Het is niet anders. De Spelen zijn echt voorbij. Doei Rio. Bedankt!


Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant