Afbeelding
Foto: Nick Oostendorp

Column Eva Schuurman - Zo lief

Algemeen

Zo lief

Zondag 8 oktober 2017
Als we vanuit ons kleine dorp naar de basisschool reden kwamen we altijd door Huis ter Heide, in het ritje van twintig minuten lag dat ongeveer op 1/3de. Bij de stoplichten naast het blauwe kantoorgebouw naar rechts en je was er. Nietszeggend en zomaar een plek, een doorgangsdorpje met bomen en vrijstaande huizen. In één van die huizen woonden bekenden van mijn moeder, elke schooldag keek ik naar hun zwarte gevel met daarop een spreuk in Latijn.

Sinds ik naar de middelbare school ging, in geheel andere richting, heb ik niet meer aan dat dorpje gedacht. Mijn leven ging een andere kant op. Of misschien zag ik het onbedoeld vanuit mijn ooghoek als we door de drive-in gingen voor ijs of nuggets, bedenk ik me nu. Maar echt bewust was ik er pas weer voor de uitvaart van oma, in het witte kerkje langs de doorgaande weg naar Zeist.

Ik geloof dat ze met opa graag in het park naast het kerkje kwam, niet te ver van huis. Hij op de fiets en zij in haar scootmobiel, brood voor de eendjes in haar mandje. Mijn broertje noemde haar 'oma karretje'. Ze hield van de natuur, heeft met haar gemankeerde lijf getuinierd tot ze er bijna bij neerviel. De as van oma is bijgezet in opa's graf, middenin het bos.

Naast het kerkje waar we oma uitzwaaiden is deze week de vijver leeggepompt. Oh, hoe de zon plots door het glas in lood scheen met dat 'Pastorale' klonk van Shaffy en List. "Ik geef je water in mijn hand en schelpen uit het zoute zand. Ik heb je lief, zo lief." De aanzwellende melodie drong ons om haar heen en niemand dacht nog aan minzaam of alleen. Haar afscheid verbond en we aten na afloop babi pangang bij de plaatselijke Chinees.

Het is een mooi kerkje, ik was er nog nooit binnen geweest. Helder en zonder opsmuk, knus en plechtig. Mijn oom goot zenuwachtig verdrietig het wijwater in de stenen bak en mijn zus maakte een onhandige grap. In het nabijgelegen park speelden kinderen bij de vijver. Shaffy zong "geen leven dat ik niet begon" en in mij schopte nieuw leven. Een piepklein meisje dat een oud geworden meisje gedag trappelde. Dag overgroot oma. Ik heb je lief, zo lief.

En nu, nu kabbelt er geen water meer in de vijver naast het kerkje. Kwaken de eenden niet meer om aandacht en zoekt de bevolking schouder aan schouder naar een meisje. Een meisje dat slechts 1/3de van oma's jaren op haar oma-fiets gefietst heeft. Waar was ze naar onderweg, denk ik. Gewoon, de toekomst. De pas afgesneden door onheil en verdriet.

Ook ik kan het niet verkroppen dat ze nu al zolang ronddoolt tussen aarde en hemel en men letterlijk niet weet waar het nog te moeten zoeken. Ik hoop dat ze onderweg ergens mijn oma tegenkomt en bij haar in het karretje mag. En dat ze haar dan richting de zon begeleidt. "De nacht is te koud, de maan te grijs. Toe neem me toch mee naar je hemelpaleis. Ik heb je lief, zo lief."


Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant