Peter Nieuwenhuis voor een van zijn muurgedichten met tekst van Willem Sluiter. Foto: Peter Nieuwenhuis
Peter Nieuwenhuis voor een van zijn muurgedichten met tekst van Willem Sluiter. Foto: Peter Nieuwenhuis

Peter Nieuwenhuis: 'Het zal drukker worden, mensen uit het westen trekken hierheen voor de rust'

Algemeen Achterhoek 350 jaar

Deze week aan het woord Peter Nieuwenhuis (1979) uit Borculo. Hij is geschiedenisfanaat en bestuurslid van de Historische Vereniging Borculo (Hisvebo).

De naam Achter-hoek bestaat 350 jaar. Het was 1668 toen de Eibergse dominee en dichter Willem Sluiter in een van zijn beroemde gedichten de zin "Waer iemand duisent vreugden soek / Mijn vreugt is in dees' achter-hoek." opschreef. Dat jaartal memomeert het ontstaan van de naam Achterhoek, die daarmee dus 350 jaar oud is. Dit heuglijke feit wordt in september groots gevierd met allerlei culturele activiteiten en evenementen. Vooruitlopend daarop besteedt Achterhoek Nieuws, de uitgever van deze krant, iedere week aandacht aan het jubileumjaar door 'echte' Achterhoekers te portretteren die hun 'vreugt' eveneens in de Achterhoek hebben gevonden en van betekenis zijn of waren voor de streek.

Door Rob Weeber

Peter was 16 jaar toen zijn interesse voor de (familie)historie werd gewekt. Zijn oma had een doosje met allerlei familiefoto's waarvan de namen ontbraken. Zij schreef voor Peter de namen op de achterzijde en vertelde de bijbehorende verhalen. Na haar dood kwamen de foto's weer tevoorschijn en de verhalen erachter vormden de opstap naar een genealogisch boek dat Peter later schreef over de familie van zijn vaders kant.

Hij bleef zich verdiepen in de familiehistorie, totdat hij vroegtijdig beide ouders verloor en besefte dat zijn pas geboren zoon zijn grootouders nooit zou leren kennen. Dat besef leidde tot een boek van 120 pagina's waarin hij zijn ouders, hun jeugd, klasgenoten en vriendenkring uitvoerig beschreef. In zijn zoektocht naar foto's kwam hij bij de Hisvebo terecht en niet veel later, in 2009, werd hij bestuurs- en redactielid.
Hij had zijn vreugt in de Achterhoek gevonden. "Ik wilde iets voor de maatschappij betekenen. Mijn doel was de inwoners en bezoekers van Borculo kennis te laten maken met het verleden van de stad. Dat gold ook voor de jeugd. Zij hebben tegenwoordig minder kennis van het verleden. Het toeval wilde dat ik van vrienden van de in 2007 overleden dominee Aaldert van Weelden een manuscript kreeg over de geschiedenis van de Joriskerk. Met financiële hulp van fondsen heeft de Hisvebo toen het boek postuum kunnen uitbrengen en het geldt het voor mij als één van mijn mooiste uitgaven. Het bijzondere aan het manuscript was dat het niet alleen over het kerkgebouw zelf ging, maar ook over het gewone leven in de gemeente, over de inwoners van Borculo dus. Juist dat aspect maakt geschiedenis voor mij fascinerend. Het geeft een tijdsbeeld van hoe de mensen leefden. Dat beeld zegt natuurlijk ook veel over de streek, de Achterhoek."

In de jaren daarna ontplooide hij nog vele initiatieven met betrekking tot schriftelijke weergave en visualisatie van de geschiedenis van Borculo, vanaf de Heerlijkheid Borculo (1360 – 1616) tot en met de naoorlogse geschiedenis van de Joden. Hij legde een tijdlijn met historische gebeurtenissen in de straten aan, liet bronzen beelden vervaardigen en vond bij het bedrijf Meilink een oude stoommachine die hij liet restaureren. Deze heeft een plek bij het huidige brandweermuseum gekregen en symboliseert voor hem de tijdmachine die de geschiedenis laat zien. Begin maart wordt het laatste beeld van kunstenaar Jan te Kulve onthuld, dat van Stadhouder Willem V die Heer van Borculo werd door de aankoop van het vroegere kasteel Het Hof. Ook plaatste hij vier muurgedichten, waaronder twee van Willem Sluiter. Een ervan bevat de beroemde zin met het woord achter-hoek erin. Een ander gedicht gaat over een Joods meisje dat in 1941 een ontroerende afscheidsbrief aan een vriendinnetje schreef. Wat nog rest is een 4-delige documentaire over de gehele geschiedenis van de Heerlijkheid Borculo. Maar ongetwijfeld borrelt er daarna wel weer wat op.

Nieuwenhuis is een echt kind van de streek en woont zijn hele leven al in Borculo. Ontegenzeggelijk heeft hij een binding met de Achterhoek, hoewel hij toegeeft dat de kust of de drukte van de stad ook wel trekt. Het is het noaberschap, de saamhorigheid en onderlinge band met de mensen en de gemoedelijkheid wat hem zo aantrekt in de Achterhoek. Je kunt altijd op elkaar terugvallen. Als je daar eenmaal geboren bent, dan is dat altijd je thuis. Naast de warmte van de mensen prefereert hij de rust en het groene, weidse karakter. Naar de toekomst toe ziet hij wel veranderingen. Het zal drukker worden, mensen uit het westen trekken hierheen voor de rust. Ook vertrekken er mensen uit de Achterhoek, met name jeugd. In vroegere tijden waren de bewoners honkvast. Veel mensen in de Achterhoek wonen nog in de geboortestreek van hun voorouders. Reizen was destijds ongewoon. Dat is allemaal veranderd, maar onderliggend blijft de Achterhoek voor hem de streek die zijn eigen geschiedenis bewaart en zal voortgeven.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant