Mees (11) bedankt bloeddonoren op landelijke tv

Vordense jongen doet zijn verhaal op Bloeddonordag

Door Luuk Stam

VORDEN - Mees Addink (11) uit Vorden heeft een afweerstoornis. Daardoor is hij vatbaarder voor infecties. Zelf legt hij het in kindertaal uit. "Als er in een normaal lichaam een virus binnenkomt, fluiten er politiemannetjes en komen er happertjes om dat virus kapot te maken. Bij mij fluit de politie heel zachtjes en daardoor worden de happertjes lui."

De jonge Vordenaar krijgt daarom wekelijks bloedplasma toegediend met daarin betere 'politiemannetjes' en 'happertjes'. Voor één zo'n toediening is het bloed van duizend tot drieduizend donoren nodig. Op donderdag 14 juni (Wereld Bloeddonordag) ging Mees daarom naar het Slingeland Ziekenhuis in Doetinchem om bloeddonoren te bedanken. Het Jeugdjournaal ging met hem mee.

Met een emmer vol rozen trok Mees naar Doetinchem. Iedereen die hier bloed kwam geven, kreeg van de 11-jarige Vordenaar een roos met een kaartje. 'Bedankt. Groetjes van Mees', stond erop te lezen. "Ik wil tegen de mensen zeggen dat het heel belangrijk is wat zij doen", zegt de jongen uit groep 7 van de basisschool. "Zij geven het bloed dat wij nodig hebben. Daar ben ik super dankbaar voor."

Voor Mees is het noodzakelijk dat hij de rest van zijn leven bloed toegediend krijgt. Al gaat het bloed van de duizenden donoren die daarvoor nodig zijn niet allemaal naar hem. Mees heeft namelijk alleen de gammaglobulinen uit het bloed nodig. Dat zijn de antilichamen die zorgen voor weerstand tegen ziekte. De rode bloedlichaampjes uit datzelfde bloed kunnen weer andere patiënten helpen. Dat Mees de extra 'politiemannetjes' en 'happertjes' krijgt toegediend, betekent helaas niet dat hij helemaal nooit meer ziek is. Nog steeds kan hij in de wintermaanden jaarlijks zo'n drie tot zes weken niet naar school. "Zijn lijf voelt elke dag aan als 'pff, ik krijg de griep'", vertelt moeder Wendy. "In de winter zijn we allemaal vaker ziek, maar hij is dat dan dus nog eens extra vaak."

Toch gaat het dankzij de infusen – die Mees nu zo'n vijf jaar krijgt – een stuk beter dan vroeger. Zo lag hij op 4-jarige leeftijd al in het ziekenhuis met een driedubbele longontsteking. Nadat het met antibiotica niet meer lukte om zijn bloedwaardes op peil te houden, besloten zijn artsen om over te stappen op infusen.

Aanvankelijk gebeurde het bloed toedienen in het ziekenhuis, maar omdat Mees een naaldenfobie heeft, is het nu zo geregeld dat hij het thuis zelf kan doen. Dat gaat met behulp van een systeem dat bedoeld is voor diabetespatiënten. Eén keer per maand komt een koerier het bloedplasma vanuit het Radboud Ziekenhuis in Nijmegen in Vorden afleveren.

Wellicht zou Mees zich nog beter voelen wanneer hij vaker een toediening zou krijgen. Daar hangt echter een flink prijskaartje aan. Eén flesje bloedplasma – waar Mees er per maand twee van nodig heeft – kost 600 euro. De verzekering keert extra toedieningen niet uit voordat wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat die ook daadwerkelijk voor een verdere verbetering zorgen. Dat onderzoek is momenteel in volle gang.

Mees is ondertussen blij dat hij op Wereld Bloeddonordag heeft kunnen vertellen hoe belangrijk het bloed voor hem is. "En ik vind het fijn dat ik mensen kan laten zien hoe erg deze ziekte is", vertelt de jongen, die op school vaak spreekbeurten over dit onderwerp houdt. "Soms denken mensen dat ik lui ben, maar dan heb ik gewoon veel minder energie. Je kan het van de buitenkant niet zien, maar ik voel het wel van binnen."

Zijn actie in Doetinchem is in ieder geval zeer geslaagd. Voor de camera's van het Jeugdjournaal vertelt Mees dat de mensen heel enthousiast reageerden. Het ging zelfs zo goed dat de rozen snel op waren. Hij ging over op chocolaatjes. Ook daar waren de bloeddonoren hartstikke blij mee. "Aandacht voor de bloeddonoren, daar doe ik het voor", benadrukt Mees. "Want het is zó belangrijk."