Afbeelding
Foto: Nick Oostendorp

Column Luuk Stam - Maarten

Algemeen

Maarten

Eerst verklaarde ik hem voor gek. Tweehonderd kilometer zwemmen, dat was toch buiten alle proporties? Al snel na zijn start, zag ik echter het enthousiasme dat hij bij mensen losmaakte. Ik kreeg met het uur meer respect voor de actie van Maarten van der Weijden, die zaterdagochtend in alle vroegte in Leeuwarden begon aan zijn Elfstedentocht.

Een gouden medaille pakte hij op de Olympische Spelen van Peking in 2008. Ik maakte het destijds bij hoge uitzondering niet live voor de televisie mee. Het was midden in de nacht en ik had er niet op gerekend dat 'we' zo goed zouden zijn in openwaterzwemmen. Die gouden race was tien kilometer. Dat vond ik al een enorm eind.

De Elfstedentocht is tweehonderd kilometer. Dat zijn in het zwembad in Hengelo achtduizend (!) baantjes. Dat is totaal niet te bevatten. De gemiddelde recreatieve zwemmer trekt er per zwembadbezoek zo'n twintig tot veertig. Ooit heb ik er eens honderd gezwommen. In de zwemvariant van de Elfstedentocht krijg je daarvoor nog niet eens een halve stempel.

Maarten begon eraan. Vol goede moed. De start was voortvarend. Van de zaterdag is vooral blijven hangen dat het 'een eitje' was. Hij verzamelde de eerste stempels in rap tempo. De nacht was al een stuk moeilijker. Even leek het erop alsof hij er mentaal zover doorheen zat dat hij zou stoppen, maar op zondag zag alles er weer aanzienlijk beter uit.

Terwijl ik dit schrijf, doet Maarten zijn uiterste best om zijn laatste stempel te halen, die in Dokkum. Het lijkt gezien de berichten onwaarschijnlijk dat hij daarna ook het laatste stuk richting de finish in Leeuwarden nog zwemmend aflegt. Toch zal niemand het hem ook maar enigszins kwalijk durven nemen wanneer hij stopt. Zijn prestatie is nu al gigantisch.

Met zijn tocht haalde hij niet alleen bakken vol geld op om bij te dragen aan het bestrijden van die verschrikkelijke ziekte, hij haalde ook bij velen het Elfstedengevoel boven. Bruggen, kades en oevers vol mensen. Even voelde het weer als toen in '97, '86, '85 en '63.

Er waren ook zoveel verhalen die passen bij een Elfstedentocht. De installatie die Maarten over een sluis tilde. Een burgemeester die zoveel stempels zag staan dat hij die van hem maar 'ergens' bij zette. En de pizza die het team vanaf de kant rechtstreeks uit de pizzeria kreeg aangereikt. Een funghi, met kaas en champignons.

Op de telefoon komt een pushbericht binnen. Maarten heeft zijn zwemtocht maandagmiddag moeten staken. Na Sneek, IJlst, Sloten, Stavoren, Hindeloopen, Workum, Bolsward, Harlingen en Franeker houdt het op. De stempel in Dokkum gaat hij niet halen.

Na 163 kilometer stopt het, op het Dokkumer Ee, vlakbij het dorpje Burdaard. Daar heb ik nog nooit van gehoord. De mensen die er wonen, staan langs de kant van het water en zien met hun eigen ogen het welhaast onvermijdelijke gebeuren. Sommigen staan met tranen in de ogen. Niet omdat Maarten stopt, maar omdat hij zover is gekomen. Deze gek is een held geworden.


Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant