Wethouder Willem Buunk voor zijn boerderij uit 1843. “Mensen die hier uit de streek komen, waarderen alle inspanningen van monumenteigenaren. Dit is onze referentie. Hieraan herkennen we onze streek.” Foto: Ceciel Bremer
Wethouder Willem Buunk voor zijn boerderij uit 1843. “Mensen die hier uit de streek komen, waarderen alle inspanningen van monumenteigenaren. Dit is onze referentie. Hieraan herkennen we onze streek.” Foto: Ceciel Bremer

'Het verdwijnen van agrarische monumenten is de grootste dreiging voor onze gemeente'

Algemeen

Wethouder Willem Buunk over Open Monumentendag 2020

Door Ceciel Bremer

STEENDEREN – Op zaterdag 12 en zondag 13 september vindt de BankGiro Loterij Open Monumentendag plaats. Landelijk zijn dat weekend duizenden monumenten gratis te bezichtigen en uiteraard is er in de gemeente Bronckhorst ook van alles te zien en te beleven. In de afgelopen weken stelden we een aantal Bronckhorster monumenten aan u voor. Deze week leest u een interview met wethouder Willem Buunk, verantwoordelijk voor cultuurhistorie en monumenten, en zelf eigenaar van een monument.

De zon staat hoog aan de lucht maar daar is niets van te merken als we voor het huis op het terras plaatsnemen. De boerderij en de oude eik in de voortuin zorgen voor een aangename schaduw op deze tropische dag. “Het fijne van dit huis is dat je met de zon kunt meebewegen. ’s Morgens is de deel heel mooi licht en zonnig. ’s Middags is de keuken aan de zijkant van het huis een fijn plekje. En ’s avonds geniet ik van de avondzon hier op het terras. De zon schijnt dan zo mooi onder de eik door en licht de landerijen rondom Bronkhorst op. Dan zie je dat hele mooie strijklicht langs de hooiberg.”

Willem Buunk, geboren en getogen in Hoog-Keppel, verhuisde vier jaar geleden vanuit Utrecht terug naar zijn geboortestreek. “Ik heb met veel plezier in de stad gewoond maar als je eenmaal een plattelandsjongen bent, dan blijf je dat”, verklaart hij zelf. Hij vond een oude krukboerderij - boerderij met een asymetrische voorgevel - uit 1843 aan de Molenkolkweg in Steenderen. De boerderij was in goede staat met veel originele details: twee bedstedes met kijkgaten naar de deel, een knechtenkamer, een schouw met originele tegeltjes en een wimme (spekkast boven de schouw, red.), gebinten op de deel en estriken op de vloer. “De rieten kap heb ik laten vervangen maar verder was het vooral schoonmaken en verven. Vanaf de eerste dag dacht ik: hier wil ik oud worden”, vertelt hij trots.

Kennisoverdracht
Twee jaar na zijn verhuizing naar Steenderen werd hij aangesteld als wethouder van de gemeente Bronckhorst met onder andere cultuurhistorie en monumenten in zijn portefeuille. Wat is de taak van de gemeente hierin eigenlijk? “De meeste monumenten in onze gemeente zijn natuurlijk particulier bezit. Omdat we als samenleving monumenten graag in stand willen houden, leggen wij daar vanuit algemeen belang regels aan op. Monumenteigenaren moeten zich daaraan houden en wij proberen ze daarbij zo goed mogelijk te ondersteunen. Dat doen we met de kennis van onze monumentambtenaren en het Gelders genootschap en met subsidies. Jaarlijks is er 60.000 euro beschikbaar voor onderhoud. Daarnaast zoeken we de samenwerking met Stichting Open Monumentendag. Zij proberen zoveel mogelijk monumenteigenaren ertoe te bewegen hun monument open te stellen voor publiek. Dan kunnen zoveel mogelijk belangstellenden het monument bekijken, ervan genieten en er vragen over stellen. Dat is de essentie van de Open Monumentendag. Die kennisoverdracht vind ik heel belangrijk. Daarom hebben we er ook voor gekozen toen de monumentenprijs werd ingesteld om die uit te reiken tijdens het openingsmoment van de Open Monumentendag. Dan is er aandacht voor de prijswinnaar en de andere genomineerden als blijk van waardering aan de inspanningen van monumenteigenaren om hun monument in stand te houden.”

Behoud van het erfgoed
De gemeente Bronckhorst heeft afgelopen jaren enkele grote restauratieprojecten ondersteund zoals de Eekschuur in Hummelo en onlangs de Coops molen in Zelhem. Aan beide projecten werd de monumentenprijs toegekend.

Buunk: “Met de Open Monumentendag willen we het behoud van ons erfgoed benadrukken. Maar helaas is nog niet iedereen daarvan doordrongen. Dat is een hele grote zorg. Kijk, dat we een landgoed of een kasteel moeten behouden daar is iedereen het wel over eens. Niemand gaat voorstellen om kasteel Keppel af te breken. Maar er gebeuren soms onvoorstelbare dingen."

'Ik fietste langs een heel charmant boerenhuisje. De vorige eigenaar had het nog netjes uitgevoegd. De nieuwe eigenaar zet er een hele gevel omheen om het te isoleren. Qua verhouding klopt het dan niet meer en de charme is nu totaal weg. Dat soort huizen is niet aangewezen als beschermd monument, maar ik vind het erg jammer als verduurzaming de zichtbaarheid van het erfgoed aantast. Een ander voorbeeld dat ik een tijdje terug zag, is een gave oude boerenschuur die is afgebroken omdat er een stal moest worden uitgebreid. Economisch gezien snap ik dat volledig vanwege de bedrijfsvoering van de boer. Die stal kon waarschijnlijk alleen op die plek uitgebreid worden. De schuur was niet aangewezen als gemeentelijk monument en we kunnen ook niet alles met regels beschermen. Als mensen het zelf niet zien en niet willen of kunnen, dan houdt het op.”

Referentiepunten
Met dat laatste voorbeeld legt de wethouder meteen ook zijn grootste zorg op tafel. “Het verdwijnen van agrarische erfgoed is de grootste dreiging voor onze gemeente. Het is voor boeren ook alleen maar een kostenpost. Niemand heeft er wat aan. Neem de scheefhangende hooiberg hier bij mij in de tuin. Restaureren kost me net zo veel als een nieuwe plaatsen. Dus waarom niet? Maar ik doe dat niet omdat ik weet wat ik zie en ik denk dat het me wel lukt om het te behouden. Kijk, het gaat bij behoud van ons erfgoed natuurlijk om praktische en financiële mogelijkheden en om het historisch besef. Maar het is van wezenlijk belang voor onze gemeenschap. Er wordt gezegd dat de Molenkolkweg misschien wel het mooiste straatje van Steenderen is omdat er vijf van deze boerderijen met bijbehorende tuinen op een rij staan. Mensen die hier uit de streek komen, waarderen al die inspanningen van de eigenaren. Dit beeld met de combinatie van het landschap en de gebouwen is onze referentie voor ons gevoel van eigenheid. Voor onze identiteit. Hieraan herkennen we onze streek. Zo is mijn dorp. Dit is mijn Achterhoek. En als inwoner van deze streek heb je een paar van die referentiepunten nodig om je thuis te voelen. Ik hoop dat we dat met elkaar wel in stand kunnen houden.”

Agrariërs helpen
Zijn oproep is duidelijk en illustreert tegelijkertijd de liefde voor zijn geboortestreek. Terwijl we allebei even opkijken omdat een fazant parmantig door de tuin loopt, vervolgt hij zijn verhaal. “Agrariërs moeten bij de uitoefening van hun bedrijf al aan zoveel voorwaarden voldoen, als je dan ook nog verwacht dat ze een oude schuur in stand moeten houden, vraag je te veel van ze. Daarvoor moeten we wat extra’s doen om dat mogelijk te maken. Daar wil ik ons beleid op aanpassen.”

Ook voor agrariërs die willen stoppen met hun bedrijf, komen er mogelijkheden. “We willen het mogelijk maken dat de agrarische functie van bedrijven in het buitengebied kan worden omgezet naar een bedrijfsfunctie. Dat mag nu vaak niet maar we hebben in onze gemeente een tekort aan bedrijfsruimte. Dat kunnen we ook niet uitbreiden, althans niet zonder dat het ten koste gaat van grote stukken landbouwgebied. Dus we willen het anders doen. Op alle plekken in ons grote buitengebied waar de agrarische functie van de bebouwing verdwijnt, willen we ervoor zorgen dat de locatie mag worden gebruikt om een bedrijf te vestigen dat daar past. Zoals een aannemersbedrijf, een hoveniersbedrijf of een productiehal. Dat kan vaak heel goed en maakt het behoud van de historische gebouwen mogelijk, ook financieel.”

Nieuwe omgevingsvisie
Ondanks een paar missers waardeert Buunk de inspanningen van veel monumenteigenaren om hun monument te behouden. En eerlijk is eerlijk, de gemeente heeft in het verleden zelf ook fouten begaan, erkent Buunk. “Dan hebben we niet willen toestaan dat iemand een nieuwe woning bouwt naast de oude boerderij. Dat mocht dan alleen maar als die oude boerderij schuur werd. Terwijl die boerderij veel meer uitstraling heeft dan die nieuwe bungalow met gele stenen. Dat is onze eigen schuld, een beleidskeuze. Dat hebben we gedaan om het platteland niet te laten verrommelen maar het resultaat is ook niet mooi.”

Om dat in de toekomst te voorkomen, werkt de wethouder aan een nieuwe omgevingsvisie. “Het landschap en de schoonheid van het landschap is het belangrijkste wat we hier hebben met elkaar. Het landschap is het geheel van de bebouwde en de ongebouwde omgeving. We beschermen vaak het landschap of als onderdeel van het landschap de natuur, maar niet het hele beeld. Als je zegt: het landschap moet in stand blijven maar je laat vervolgens gebeuren dat iemand een boerderij afbreekt omdat we niet willen dat er twee huizen staan, dan maak je volgens mij een ongelooflijke fout. Die fout hebben we gemaakt. Dan houd je niet de kwaliteit van het landschap in stand. Als je dan iets doet, maak er dan ook iets moois van. Daar maken we nu werk van.”

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant