Het platina echtpaar Van der Linden. Al zeventig jaar delen Marie en Johan lief en leed met elkaar. Foto: Alice Rouwhorst
Het platina echtpaar Van der Linden. Al zeventig jaar delen Marie en Johan lief en leed met elkaar. Foto: Alice Rouwhorst

Geven en nemen

Algemeen

VORDEN – Het echtpaar Van der Linden deelt al zeventig jaar lief en leed met elkaar. “Een goed huwelijk is geven en nemen”, zegt mevrouw Van der Linden. “Een lange tocht”, noemt de heer Van der Linden, Johan, al die huwelijksjaren. Hij is inmiddels 92 en Marie is 89. Twee heel tevreden mensen, die zich koning te rijk voelen met hun uit vier generaties bestaande familie, die gelukkig allemaal redelijk in de buurt wonen.

Door Alice Rouwhorst

In haar loopbaan van bijna vijf jaar als burgemeester van de gemeente Bronckhorst is het de tweede keer dat Marianne Besselink een platina paar bezocht. Een unieke gebeurtenis dus. “Daarom wilde ik het feest, ondanks de coronatijd, ook niet voorbij laten gaan. Ik heb er zó lang naar uitgekeken”, zegt mevrouw Van der Linden. “De gastenlijst is wel kleiner geworden, want veel familieleden zijn natuurlijk op leeftijd en durven het begrijpelijkerwijs niet aan. Van de vijftig zijn er 28 over gebleven. Maar we maken er een mooi feestje van de veertiende. Ik hoop op veel gezelligheid tijdens ons 70-jarig huwelijksjubileum.”

De felicitatie van de commissaris van de Koning, de heer Berends, staat naast ander felicitatiekaarten op de kast te pronken. De felicitatiebrief van de koning en koningin moet nog op de deurmat vallen. Ze vermoeden dat dat op de dag zelf, maandag de veertiende september zal zijn. Op tafel staat een roze orchidee, een geschenk van de gemeente die de burgemeester al eerder deze week hoogstpersoonlijk heeft gebracht. Een schot in de roos, want het is de lievelingsbloem van mevrouw Van der Linden. De telefoon gaat, een overbuurvrouw feliciteert het echtpaar alvast en wenst hen een hele fijne dag toe. Ze bedanken haar hartelijk. Veel aandacht voor deze jubilarissen, maar ze blijven er nuchter onder.

Werkzaam leven
Na de oorlog in 1948 heeft het echtpaar zich verloofd, twee jaar later trouwden ze voor de wet en weer twee jaar later voor de kerk. Geboren en getogen in Wijk bij Duurstede kwamen ze via Bussum in de jaren zestig in Vorden terecht. De heer Van der Linden heeft gewerkt bij de Empo en daarna meerder jaren in de vleesfabriek Welling, het latere Coveco. Dat deed hij tot aan zijn 62ste, toen ging hij met pensioen. “Ja, ik ben een dure’, grapt hij.

Mevrouw Van der Linden werkte onder andere bij confectie-atelier Lammers. Dit kon onder schooltijd en was daardoor prima te combineren met de opvoeding van hun twee zonen, John en Fred. Inmiddels genieten ze al jaren van hun vrije tijd waarin ze heel veel, toen ze het nog konden, gereisd hebben. Overal waar ze waren waar water in de buurt was, gooide de heer Van der Linden zijn vishengel uit. In de vriezer lag eens 85 kilo schoongemaakte makreel na een vangst op zee. De hele buurt kon er van meegenieten. De moestuin was ook een grote hobby van hem. De vele boontjes uit de moestuin werden zelfs naar Bussum gebracht waar familie woonde. Zij naaide veel en genoot van het boerendansen.

Elke keer iets inleveren
Inmiddels wordt er niet meer gevist, is er geen moestuin meer en kan er niet meer worden gedanst. Maar ze wonen nog wel steeds zelfstandig. De tuin doet de heer Van der Linden zelf evenals een boodschapje met de auto in het dorp. Tot augustus 2021 is zijn rijbewijs geldig. “Daarna hoop ik hem te behouden. Ik ga er wel weer voor. Het autorijden geeft me de nodige vrijheid!” Naarmate ze ouder werden hebben ze steeds een stukje zelfstandigheid in moeten leveren. Beide zonen helpen met de administratie en de grote boodschappen. Daarnaast hebben ze elke week hulp in de huishouding en voor de persoonlijke verzorging. Ze maken graag veel puzzels zoals doorlopers en woordzoekers en houden van alle voetbal op tv. Marie houdt het reilen en zeilen bij van alle BN’ers in de bladen en breit af en toe. Drie keer per week gaat ze naar het Deventer ziekenhuis voor nierdialyse. Een hele opgave, maar het kan niet anders. Voor transplantatie komt ze niet in aanmerking en het huis is voor thuisdialyse te klein. “Het is wat het is. Als ik niet ga, houdt het met een paar dagen voor me op. Ik houd het op deze manier al heel lang vol. De doctoren maken er grapjes over. Ze zeggen dat ik daar tot het meubilair behoor.”

Ondanks dat het lopen bij haar moeizaam gaat en ze dingen hebben moeten inleveren, vinden ze beiden dat ze een prachtig leven hebben (gehad). Op tijd naar bed, gezond eten, niet roken, op tijd een borreltje… alles met mate en een regelmatig leven… Als ze al antwoord op de vraag hebben wat het geheim is om zo gelukkig samen oud te worden, is dat het misschien.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant