Afbeelding

Alleen blad

Algemeen

Op de weg naar school zoekt ze herfstbladeren voor een project in de klas, het heeft vannacht geregend dus de blaadjes fladderen niet zoals zij doen kan. We zien helderrode en smoezelig, gele bladeren, puntige patronen en zachte hoeken. De herfst doet zich stemmig uit de doeken. Wanneer het buiten zacht is en de zon onverwacht tevoorschijn komt, mompel ik meer louterend dan fel: “Dat verdienen we ook wel.”

“Mam, als ik later ga trouwen dan doe ik dat in de herfst. Het is mijn favoriete seizoen.” zei de oudste gisteren. Ik snap dat wel, het is melancholisch mooi. “Het is koud genoeg om warme chocomelk te drinken en warm genoeg om buiten te zijn. Je kunt je favoriete kleren aan.” Ze fantaseerde hardop over dekentjes en dikke sokken en ik keek als vanzelf naar omlaag. Daar prijkten ze, in groten getale voor mijn verjaardag gekregen. Omdat ik in huis niets liever draag dan dikke sokken met om het even welk patroon, en als het past in mijn schoenen ook gewoon. Zoals deze ochtend op weg naar school. Iets te krap, maar behaaglijker dan zonder.

Op de kooi langs de weg in de Dorpsstraat staat een bordje met ‘alleen blad’, “Waarom is dat?” vraagt mijn blaadjesverzamelaar. Ik zeg iets over takken en dat dat niet past allemaal en verderop omlijst een dame met een bladblazer mijn verhaal. Twee meisjes springen in de tuin die wij passeren op een trampoline in een bladerdak en de mijne houdt haar vijf geselecteerde bladeren stevig vast.

Ik denk aan hoe we laatst de kleinste meenamen in de wagen door het bos, ze wierp halverwege het pad haar koppie in haar nek en riep: “Bomen!” alsof de aanblik ervan haar toen pas was overkomen. Ik trok de wandelwagen op twee wielen achterover en haar uitzicht werd zo hoog als de toppen. Zij zong fonetisch ‘Papegaaitje leef je nog’ en ik dacht aan hoe wij leven.

Met warme sokken en de verwarming aan, in favoriete kleren en naast een aanrecht vol cacaopoeder. Met op de bank dekentjes om te delen en door het raam de herfst als de pleister op een stille zomer, een zomer die zijn jas uitdoet en dwarrelend toegeeft dat het erop zit. Een zomer die ontluikend het geraamte laat zien van een nieuw seizoen; een herfst die ons misschien van ballast zal ontdoen. “Dat verdienen we ook wel.”

In een artikel lees ik dat heel erg goed schijnt te zijn herfstbladeren in de tuin te laten liggen, het is de perfecte voedingsbodem tegen droogte. Nu had ik toch al geen zin om te harken, dus laten we het blad dit jaar liggen; zo blijft de herfst tenminste tot in de zomer bij ons.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant