Irene Burger en Johan Mollenhof in een lege galerie met uitzicht op de tuin. Foto: Sander Grootendorst

Irene Burger en Johan Mollenhof in een lege galerie met uitzicht op de tuin. Foto: Sander Grootendorst

Irene Burger en Johan Mollenhof beëindigen galerie De Burgerij

Algemeen

Nieuwe plannen en een beetje weemoed

Door Sander Grootendorst

VORDEN/HOLTEN - Wel even wennen: geen exposities meer in galerie De Burgerij aan de Zutphenseweg in Vorden. Irene Burger en Johan Mollenhof hebben het pand verkocht en zijn verhuisd naar Holten. “We kijken terug op een boeiende en rijke tijd.”

“Goedemorgen in ons gezellige huis!” grapt Irene Burger vrijdagmorgen als ze de medewerker van Contact verwelkomt. Gezellig is niet van toepassing: het huis is volkomen leeg. “Het lijkt klein hè, zo’n huis waar alles uit weg is? De spullen zijn eruit, en ook de ziel.” Spullen en ziel komen weer terug: vanmiddag is de overdracht. De nieuwe bewoners maken er niet weer een galerie van, het wordt een ‘gewoon’ woonhuis.

De diepe tuin ligt er nog wel levendig bij. Johan Mollenhof: “Mensen vinden deze plek fijn, mede door de tuin, die bij de exposities altijd meedeed. Al was je binnen, dan nog zag je de beelden buiten.”

Ze kochten het pand in 2009 en begonnen in 2010 een galerie. Irene komt uit Den Haag, Johan uit Deventer, maar hij heeft ook in Den Haag gewoond. Ze leerden elkaar kennen bij door hem georganiseerde natuurwandelingen. “We hebben samen ongelooflijk veel wandelingen gemaakt en Nederland heel goed leren kennen. Voor Vorden hebben we op basis daarvan gekozen. We voelden ons hier altijd zo welkom en de omgeving is zo mooi.”

Haar plan voor een eigen galerie wilde Irene – van huis uit epidemioloog, “heel wat anders” – niet in het westen verwezenlijken. In Vorden is het gelukt. 

“We zijn rustig van start gegaan. Van lieverlee kregen we steeds meer contacten met kunstenaars en ook van steeds verder weg. België en Duitsland kwamen erbij. We hadden thema-exposities waar we de kunstenaars bij zochten.” Kunst heeft het in zich om te verrassen en daar wilden ze dan ook ruimte voor open laten. “We hebben zelf gestuurd en ook over ons heen laten komen.”

Het bleef niet bij beeldende kunst alleen. Poëzie, muziek en het culinaire kwamen erbij: ‘Eten in de kunstkamer’. Samen met Vordense ondernemers organiseerde De Burgerij ‘Art & Fashion’, kunst en mode, op het kerkplein.

Zo aardden de buitenstaanders als vanzelf in de Vordense samenleving. “We hebben het vanaf het eerste moment niet moeilijk gehad. Onze galerie was ook heel laagdrempelig. Natuurlijk hoop je dat er iets verkocht wordt, zeker voor de kunstenaar. Maar op de eerste plaats hoop je dat de bezoekers van kunst genieten.”

De Burgerij ging meer en meer op zoek naar “minder voor de hand liggende kunst”. Het publiek, afkomstig uit de zeer wijde omgeving – Veluwe, Twente, Achterhoek –, stelde dat op prijs. “De mensen bleven nieuwsgierig en kwamen graag terug.”

De Burgerij was nooit ‘standaard’. Johan, gniffelend: “Bij een beurs hoorden we dat kunst gemaakt door mannen zo dominant was bij exposities. Bij ons was tachtig procent gemaakt door vrouwen.”

Irene: “Wanneer je jezelf oplegt dat je niet voorspelbaar wil zijn, is dat natuurlijk wel steeds opnieuw een uitdaging. We zijn altijd naar de ateliers toegegaan en we hebben de exposities ook altijd zelf ingericht.” Johan: “Zo prikkelden we het publiek én de kunstenaars: die zagen hun werk soms op een totaal andere manier gepresenteerd dan ze hadden verwacht.”

Langzaam maar zeker gingen de beperkingen van het pand zwaarder wegen. “Het is een monument, je mag niets veranderen, de ruimte is vrij klein. Bovendien woon je er zelf, dat heeft toch echt nadelen.” In Holten kochten ze een ruime, leeftijdbestendige woning, waar bijvoorbeeld Johans uitgebreide boekenverzameling meer adem krijgt. Ze gaan er niet aan huis exposeren. “Het idee is dat we exposities inrichten in leegstaande panden. Mooi en goed gepresenteerd met veel aandacht voor opbouw en verlichting, waarbij we ook hulptroepen inroepen. Scheelt ons sjouwwerk.” Ze hébben wat afgesjouwd, kamer in, kamer uit, trap op, trap af, in De Burgerij. Eerst gaan ze zich in Holten settelen, daarna aan de nieuwe plannen werken. “We denken bijvoorbeeld aan exposities in Deventer, Apeldoorn misschien. Maar wie weet komen we ook eens bij een leeg pand in Vorden uit.”

Sowieso zullen Irene en Johan nog vaak in Vorden en de Achterhoek te vinden zijn. “Weliswaar ligt Holten in een andere provincie, maar het is nog geen half uur rijden en ook nog eens een prachtige rit.”

Aan hun kunstzinnige doelstelling zal in elk geval niets veranderen. Johan: “Je merkt dat de gesubsidieerde kunst in Nederland erg de overhand heeft. De laag die daaronder zit, met ook zeer goede kunstenaars, komt maar moeilijk in de schijnwerpers.” Voor hen willen de uitbaters van voorheen De Burgerij zich blijven inzetten, met hetzelfde enthousiasme als in Vorden.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant