Jan Terlouw, Annette Mul en Jalli Lamin Kuyateh in de Remigiuskerk. “Ik ben omdat wij zijn.” Foto: Sander Grootendorst

Jan Terlouw, Annette Mul en Jalli Lamin Kuyateh in de Remigiuskerk. “Ik ben omdat wij zijn.” Foto: Sander Grootendorst

Muziek en woorden hand in hand bij aanvang Vredesweek

Maatschappij

HENGELO/BRONCKHORST - ‘De kora had oorspronkelijk eenentwintig snaren. Zeven voor het verleden, zeven voor het heden en zeven voor de toekomst.’ Uitleg van Jalli Lamin Kuyateh, kundig bespeler van dat Gambiaanse instrument zaterdagavond in de Remigiuskerk in Hengelo, bij de aftrap van de viering van de Vredesweek. 

Door Sander Grootendorst

Hij speelde en zong voorafgaand aan het eigenlijke programma, terwijl de bezoekers de kerk betraden om plaats te nemen op de banken. Maar ‘voorafgaand’ klopt niet helemaal. Lamin, zoals zijn roepnaam luidt, nam het publiek al mee in het thema van de bijeenkomst waarbij Jan Terlouw en zijn levenspartner Annette Mul de sprekers zouden zijn. “Ik heb het instrument geërfd en leren bespelen van mijn vader, en hij weer van zijn vader.”

De kora is een soort mix van harp en gitaar. Een grote kalebas vormt de basis. Kora-spelers zijn vaak ook verhalenvertellers. Muziek én verhalen – over verleden, heden en toekomst – hebben onder meer de functie om “mensen bij elkaar te brengen als er een conflict is”, zei Lamin. “We zorgen ervoor dat het goed gaat in de gemeenschap omdat iedereen blij wordt van muziek.”

Lamins bijdrage was in feite een mini-lezing, net als vervolgens de inleiding door Yvonne Koning. Ze is voorzitter van World Peace Flame (WPF) Bronckhorst. Maar ze maakte van ‘ik ben de voorzitter’ meteen: ‘wij zijn het bestuur’ en omsloot daarin ook de ‘zeer actieve’ Hengelose werkgroep. “Sinds 2017 brandt er een vredesvlam in Hengelo en wij hopen dat dat ook in de andere kernen in Bronckhorst gaat gebeuren. De vlam heeft hier echt een plek in de gemeenschap gekregen, hij dient ter bezinning en bijvoorbeeld ook als vertrekpunt: voor bedevaarten, voor trails.”

Met haar vereenzelviging van ‘ik’ en ‘wij’ en het woord ‘gemeenschap’ liep Koning vooruit op de lezing annex toespraak van Annette Mul, voorzitter van de stichting Ubuntu Nederland, die in een krachtig relaas uit de doeken deed wat die term – ubuntu – inhoudt. “Ik heb erover geleerd tijdens vele inspirerende ontmoetingen in Zuid-Afrika. Je kunt het woord vertalen met ‘ik ben omdat wij zijn’.” Het begrip zit vervat in het Zulu-woord waarmee mensen elkaar begroeten, sawubona. Dat betekent: ‘Ik zie jou.’ Het antwoord luidt: sikhona. Oftewel: ‘Hier ben ik.’ Het gaat dus om de erkenning van elkaars bestaan.” Die ‘ik’ is altijd ook ‘wij’. “Ik ben óók mijn voorouders, ik draag hun geschiedenis in mij mee, én de geschiedenis van mijn land.” De eerste zeven snaren van de kora, zoals Lamin had toegelicht… Mul betrok hem bij haar toespraak, hij bracht het lied Kilingti ten gehore, Gambiaans voor ‘ubuntu’. En ze reikten elkaar de hand na een geacteerde ruzie. Woorden en snaren brachten inzicht en kalmte.

“Ik ben omdat wij zijn… Dat existentiële gegeven wordt in Afrika van generatie op generatie overgedragen. Het was Desmond Tutu” – Mul heeft de bisschop persoonlijk gekend – “die een wezenlijk bestanddeel aan de vertaling toevoegde: Ik ben omdat wij zijn en wij zijn omdat de planeet is.”

In zijn toespraak haakte Jan Terlouw – natuurkundige, politicus, schrijver, wijs man – daar weer op in. De negentigjarige vertelde over de Tweede Wereldoorlog, die zijn leven binnendrong toen hij acht was. Het leek even of hij uit het hoofd voordroeg uit zijn beroemde boek Oorlogswinter. Hoe hij een Duitser, die zijn handen waste nadat hij zijn motorfiets had gerepareerd, had geholpen door de waterpomp te bedienen. “Terwijl dat toch de vijand was. Maar vanuit mijn opvoeding was vriendelijkheid mijn natuurlijke reactie.” Naast ongekende materiële verwoestingen veroorzaakt oorlog ook grote schade aan het vertrouwen tussen de mensen, betoogde Terlouw. Anders gezegd: het bedreigt het principe ‘ik ben omdat wij zijn’. “Nog jaren zeiden mijn vrouw en ik tegen elkaar: zou die of die te vertrouwen zijn geweest in de oorlog? Dat is natuurlijk niet goed.”

“In 1945 was de oorlog nog niet afgelopen: in Korea werd gevochten en de Koude Oorlog woedde. Pas in 1962, toen de Russen bij Cuba de aftocht bliezen, was ik ervan overtuigd dat het echt vrede was.” Alhoewel, vrede… “Daarna hebben we de aanval ingezet op de natuur. Nooit eerder zijn in korte tijd zoveel planten- en diersoorten uitgestorven.”

Er is reden voor optimisme: “De zon is de ideale alternatieve energiebron. Geen fossiele brandstoffen meer. We kunnen minder vlees eten, minder vliegen. We moeten leren van moedertje aarde net zoveel te houden als van onze eigen moeder, dan zorgen we ervoor dat onze achterkleinkinderen nog een waardig leven hebben.” Daarop zong Lamin in het Nederlands een ode aan moeder aarde. Hij beroerde op zijn kora de zeven snaren van de toekomst.

Jalli Lamin Kuyateh, kundig bespeler van het Gambiaanse instrument kora. Foto: Sander Grootendorst

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant