Basisscholiere Saar van de Lee neemt samen met Ruth van Setten (4 mei comité), D66-raadslid Martin Fröberg en wethouder Antoon Peppelman (rechts) een korte stilte in acht bij de krans die ze zojuist met z’n vieren hebben geplaatst. Foto: Sander Grootendorst

Basisscholiere Saar van de Lee neemt samen met Ruth van Setten (4 mei comité), D66-raadslid Martin Fröberg en wethouder Antoon Peppelman (rechts) een korte stilte in acht bij de krans die ze zojuist met z’n vieren hebben geplaatst. Foto: Sander Grootendorst

‘Herdenken is belangrijk voor alle leeftijden’

Maatschappij

VORDEN - Zowel direct nabestaanden als basisscholieren van nu hadden een aandeel in de Dodenherdenking op 4 mei in Vorden.

Door Sander Grootendorst

Onverschrokken stapte ze naar voren en kalm sprak ze de tekst uit van het gedicht dat ze zelf had geschreven. Het was goed te verstaan, de inhoud drong tot alle aanwezigen in de Vordense Dorpskerk door. Tien jaar is ze, Saar van der Lee, en ze zit op basisschool de Hoge Voorde. Dit is haar gedicht:

Denken
Wij herdenken
Aan de mensen
Gestorven in een oorlog
Zinloos

Vrijheid
In Vrijheid
Recht op leven
Alles kan en mag
Geluk

Ze liep terug naar haar plek op de voorste rij en ondertussen lieten de toehoorders tot zich doordringen wat ze had gezegd. Daarna kwamen nog drie sprekers. Gerrit Baank en Manja Windmuller vertelden elk een ‘familieverhaal’ over de gevolgen van de oorlog voor de nabestaanden: ze hebben die rampzalige jaren niet meegemaakt, maar zagen wel hoe hun ouders er hun leven lang onder bleven lijden – en leden er dus zelf óók onder. 

Pastor Rien Baauw was de derde, hij schetste het belang van ‘niet vergeten’. “Door dat centraal te stellen kunnen we op scholen, in gezinnen en in kerken betekenis blijven geven aan het oorlogsverleden.”

Ruth van Setten van het Vordense 4 mei-comité had dat in haar openingstoespraak al aangestipt. “Het doorvertellen van familieverhalen is van groot belang om de herinnering levend te houden.” Meteen na de oorlog zei iedereen tegen elkaar: dit nooit meer. Maar oorlog is nooit uit de wereld verdwenen. Van Setten: “Sinds de inval van de Russen in Oekraïne is oorlog zelfs weer heel dichtbij.” Wie de oorlog heeft gekend, is gewaarschuwd. Maar hoe zit dat met de volgende generaties, die hun leven in vrijheid hebben kunnen doorbrengen?” vroeg Van Setten zich af. “Pas als je je vrijheid kwijt bent, besef je echt wat vrijheid is.” Ondertussen draag je de trauma’s van je voorouders mee: de verschrikkelijke onvrijheid, de oorlogsellende: niet zozeer fysiek, maar innerlijk. “Dat schijnt nog tot in de zesde generatie door te werken”, zei Van Setten.

Dat verdriet na al die jaren nog gevoel wordt, kwam sterk naar voren in de toespraken van Baank en Windmuller. Baanks vader was door de nazi’s opgeroepen voor de ‘Arbeitseinsatz’, hij moest aan het werk in Duitsland. Hij onttrok zich eraan en dook onder, ging helpen bij de voedseldistributie, werd verraden en opgepakt, kwam terecht in kamp Amersfoort, was getuige van martelingen. Zijn kinderen, onder wie Gerrit, kennen hun vader als “een man van weinig woorden”, en als iemand die ook heel vergevingsgezind was. “Hij bedekte alles met de mantel der liefde.” 

Over de oorlog sprak hij niet. Hoewel hij er ook lichamelijk altijd last van bleef houden. Zijn tenen waren misvormd door het lange op wacht staan in de kou. “Onze vragen bleven onbeantwoord.”

Ook Manja Windmullers vader, in de oorlog ondergedoken in de Achterhoek, werd slachtoffer van verraad. Hij kwam in Westerbork en daarna in Bergen-Belsen terecht. Nee, dit kan Gods bedoeling niet zijn, dacht hij. “God is ondergedoken.” Hij werd op een trein gezet vol totaal ondervoede passagiers en uiteindelijk bevrijd door de Russen. Toen vrienden, nu vijanden (van de Oekraïners): zal het ooit vrede worden? Terug in Nederland merkte hij “dat het antisemitisme nog springlevend was en de angst voor oorlog niet voorbij”. Na zijn dood bleek dat hij zijn jodenster, dat symbool van haat en uitsluiting, in een lade had bewaard. Het verhaal mag niet worden weggestopt, het moet doorverteld worden. Gerrit Baank en Manja Windmuller deden dat.

Soms zijn er veel woorden nodig. Zo heeft Gerrits broer Harry het oorlogsverleden van hun vader tot in detail uitgeplozen: Gerrit citeerde uit Harry’s bevindingen. Soms zeggen weinig woorden veel: zoals de tweeëntwintig in het gedicht waarmee Saar van der Lee de kern raakte van de indrukwekkende bijeenkomst.

Ook Bernd Groot-Jebbink en Brandon Ebben, leerlingen van basisschool De Kraanvogel, vertegenwoordigden de jongste generatie. Zij droegen samen een gedicht van Ron Schröder voor, getiteld Niet vergeten. “Ik heb er niets van meegemaakt, / ik ben daarna geboren”. Niets van meegemaakt… maar ze weten ervan door de school en door hun ouders.

Zoals gebruikelijk werd de bijeenkomst tien minuten later voortgezet met een stille tocht over de begraafplaats, waar de foto’s van de in Vorden omgekomen geallieerden staan. Daar werd twee minuten stilte in acht genomen; een merel zong erdoorheen, maar dat mocht. Saar, Bernd en Brandon hielpen mee met het neerleggen van de kransen. Het Vordens Mannenkoor zong in de kerk en op de begraafplaats. Terwijl de vele bezoekers een rondgang maakten langs de kransen, speelden leden van het leerlingenorkest van Harmonie Vorden koralen. In dat orkest drie jonge jongens op trompet: Jan Willem, Derk en Hendrik.
Poëtisch en muzikaal gaven de kinderen op 4 mei in Vorden de vredesboodschap door.

Advertenties doorgeplaatst vanuit Contact Noord