Afbeelding

Intact

Opinie

Nu buiten alles onder het vriespunt zakt, voltrekt zich in ons oude huis een nieuw ritueel; met een col-sjaal om, vervul ik mijn dagelijks huishoudelijk aandeel. Zo sleep ik enigszins behaaglijk de wasmand naar de tweede verdieping, daar waar het wasrek wacht en tienerbedden een elektrische deken hebben voor de nacht. Daar waar een afstandsbediening vlak voor slaaptijd rood oplicht, zodat je even daarna het dek wat optimistischer oplicht. Een verdieping lager ontdooit de kruik een peuterbed, ze schuurt de scherpe kantjes van het schrikeffect.

“Mam, wrijf je me warm?”, klinkt het hoopvol bibberend en haar koude tenen wiebelen afwachtend. Mijn handen duwen - ruwer dan normaal - de kilte uit dit verhaal. Ik weet nog van hoe ik dit zelf dankbaar onderging, het is slechts een schaarse herinnering. Ik nam niet veel mee uit het verleden, maar in deze versie behoort een bitterzoete glimlach alsnog tot de mogelijkheden.

“Een slechte jeugd moet je koesteren”, zei de moeder van een vriend eens tegen me. Positief en humorvol deed ze dat, op een manier waarop ik er wat aan had. Ik ben het nooit vergeten, het maakte dragelijk en gaf diepte aan mijn kansen. Al wist ik nog niet hoe deze te benutten, toch bleek ik ineens uit zoveel meer te kunnen putten. Vastberaden werd ik mijn geslagen leegtes op te vullen. Het is me aardig gelukt, al zijn de feestdagen meestal licht bedrukt.

Doe mij sowieso de spontane dagen maar, die zonder titel of bestemming. Dat er ineens wijn is en ontspanning. Ik draai altijd wel liedjes van verlangen en weemoed en behoef niet per se een kunstboom die weerspiegelt hoe hard ik mijn best doe; ik lijk dan wel in bloei, maar weet eigenlijk niet hoe. Raap mezelf via mijn stam bij elkaar, spreid mijn armen, behangen met versierselen, maar als m’n licht dooft sta ik dof in een donkere hoek; kleurloos naar energie opzoek.

Terwijl ik de lampjes tussen ons groene pvc ontvlam, denk ik aan dat dit niet per definitie tijden zijn waarin alles knus en mooi is. Zeker niet als een laagje ijs periodiek je hart dicht. Toch; wat je bevriest, blijft intact.

En ons oude huis is vol en beneden altijd warm, er liggen twee kinderen op de bank en ik heb er eentje aan mijn arm. Jij komt thuis en zal niet klagen. Niet over planning, pijntjes en lange dagen. Niet over jeugd en dingen najagen. Jij zit rustig op de bank en zegt plagend: “Je mag voetbal naast me kijken en dan over mijn rug wrijven.” En dan ineens mogen ze blijven; de liedjes en de ballen en de sneeuw die niet zal vallen. Want je maakt december tot maart met hoe je alles ontzwaart. Ik trek mijn col-sjaal af; licht bevroren, maar nog steeds intact.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant