Afbeelding

Ziel

Opinie

Het kan aan mij liggen, maar het valt me op dat ik de afgelopen tijd bovengemiddeld vaak zie en lees hoe de ziel van de Achterhoek bloot komt te liggen. Door mensen die erover schrijven, niet zelden columnisten van buiten de regio, maar ook door mensen die hier net als ik wonen en simpelweg doen wat ze doen, zijn wie ze zijn en daarmee een stempel drukken op waar we hier met z’n allen voor staan. Het leidt tot een gevoel van vertrouwen, herkenning en trots. 

Ik weet niet zo goed waardoor het komt dat het me juist nu opvalt. Misschien doordat ik las over hoe Frans Miggelbrink met zijn oudejaarsconference drie keer optrad in Amphion om samen ‘effe te nöhlen’ en te lachen over het afgelopen jaar. Misschien door Stef de Bont, voetbaljournalist die vanuit Utrecht naar Lichtenvoorde verhuisde en sinds deze week columns schrijft over de ‘compleet nieuwe wereld’ waarin hij terecht is gekomen: ‘Eentje vol sociale controle, ongerepte natuur, maar ook gekmakende traagheid.’

Wellicht komt het door een nieuwe boekenserie van Bert Wagendorp – van oorsprong uit Groenlo – of door de podcast Onland, gemaakt door Amsterdammer Joost Engelberts. Misschien door de roman ‘De Beesten’ van Gijs Wilbrink uit Doetinchem. Ik moet ’m nog lezen, maar ongeveer de gehele Achterhoek schijnt erin terug te komen, inclusief ’t Hengelse Zand. Ik kreeg het boek ironisch genoeg cadeau van een schoolvriendin, die al jaren in Amsterdam woont. 

Het kan ook komen door iets heel anders: door het overlijden van Henk Greven uit Hummelo, de man achter het carbidschieten en achter nog heel veel meer in het dorp. Hummeloërs lieten op Oudejaarsdag met hun carbidbussen een oerknal horen. ‘Het moet trillen, het moet donderen’, riep de dochter van Henk met alles dat ze in zich had. ‘Iedereen moet het horen. En ook mijn vader!’ Ze wees naar de hemel. Haar vader moet trots hebben toegekeken. Ook naar de zeer indrukwekkende rouwstoet, een paar dagen later.

Of door het plotselinge overlijden van wijkagent Frans Geerdink. Ruim veertig jaar werkte hij voor de politie, de laatste jaren in ‘het rustige Hengelo’. Altijd in voor een praatje waarbij de lach vaak niet ver weg was, maar alles gestoeld op een basis van professionaliteit en een schat aan ervaring. Gaf burgers soms zelfs zijn mobiele nummer, voor een politieagent niet gebruikelijk, maar – zo zei hij zelf – hij was nog van de oude stempel, wilde benaderbaar zijn.

Het past bij een saamhorigheid die je pas voelt als je er middenin staat. Die je tegelijkertijd pas echt opvalt als je hier weg bent en mensen op straat je ineens niet meer groeten. Een gemoedelijkheid die buitenstaanders als bijzonder ervaren. Henk Greven en Frans Geerdink waren er deel van. Zij gaven invulling aan de ziel van de Achterhoek, elk op geheel eigen wijze. Ze zullen ontzettend gemist worden.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant