In het midden Beth Upton-Falkenmire, links Sjaantje Draaijer en een beeld van de piloot.
In het midden Beth Upton-Falkenmire, links Sjaantje Draaijer en een beeld van de piloot. Foto: Gerwin Nijkamp

Beth Upton-Falkenmire onder de indruk

Lievelde - Op 30 maart 1943 landde piloot Frank Falkenmire in Engelse dienst met zijn parachute nabij de Spoorlijn Winterswijk-Zutphen bij Eefsele. Het toestel waarin de piloot zat, samen met zes andere bemanningsleden, werd op die 30e maart 1943 door een Duits geschut naar beneden gehaald. Piloot Frank Falkenmire was de enige die met zijn parachute overleefde, de zes andere bemanningsleden kwamen om. Hij werd gearresteerd en overgebracht naar een speciaal concentratiekamp in Polen, bedoeld voor geallieerde vliegers. Daar bleef hij totdat hij door Russische troepen werd bevrijd.

Hij was een Australische piloot en keerde later terug naar zijn vaderland. Zijn dochter - Beth Upton-Falkenmire - was dinsdagmorgen op bezoek bij het Crashmuseum in Lievelde ter nagedachtenis aan haar vader. Zijn werd daar welkom geheten door Jan Geerdinck van het Crashmuseum en Henk Oost die daar als vrijwilliger werkzaam is. Ze kreeg niet alleen een indruk van de verschrikkingen van de oorlog, maar ontmoette daar ook Sjaantje Draaijer die in 1939 werd geboren en opgroeide als pleegkind bij de familie Stapelbroek in Groenlo.

Communiejurk
Sjaantje Draaijer deed in 1946 op 7-jarige leeftijd zoals dat in goed katholieke kringen destijds heel gebruikelijk was, haar eerste communie. En de communiejurk die ze toen droeg was gemaakt van de stof van de parachute waarmee piloot Frank Falkenmire zijn leven redde en ook daarna de verschrikkingen van het concentratiekamp overleefde. Er is in het Crashmuseum een foto van Sjaantje Draaijer (zij draagt overigens zelf zo'n foto altijd bij zich) op 7-jarige leeftijd in de communiejurk. Er was natuurlijk emotie te zien bij deze beelden en vele herinneringen werden opgehaald. De communiejurk werd destijds gemaakt door mevrouw Brinke die in 1959 is overleden.Mevrouw Beth Upton-Falkenmire vertelde dat haar vader nooit veel heeft verteld over de Tweede Wereldoorlog, maar via haar moeder kregen zij en haar broers toch een beeld hoe dat in die moeilijke tijd moet zijn geweest. En de Achterhoek lag precies in de vluchtlijn.