Welkom in Gelderland

Vanochtend reed ik van Amsterdam naar Zutphen. Doorkruiste twee provincies, tot ik de juiste te pakken had. Nauwelijks hoorde ik de radio.
Misschien lag dat aan het volume, misschien aan mijn gedachten. Ach, ik had sowieso al genoeg muziek gehoord.

In de kroegen die ik gisterenavond met mijn vrienden aandeed was het volume onmiskenbaar aanwezig.
Luidkeels- en in fonetisch, doordronken Engels hebben we gezongen over hoe we maar één goede reden zochten om van je te houden en nog slechts één nacht met je wilden. En oh ja, ook één dag.

Met vervroegd intredende dans-spierpijn hesen we onszelf daarna de treden op in het trappenhuis van ons logeeradres. We evalueerden vanaf ons luchtbed en lachten zacht vermoeid de laatste verse herinneringen weg. Tot iemand het licht uitdeed en wij dat voorbeeld snel volgden.

Op de grens van Noord-Holland naar Utrecht bedacht ik me hoe we aten in een restaurant dat zo hip was, dat het alleen halve kreeften en hele hamburgers serveerde.
Hoe ik de vegetarische burger bestelde omdat deze door geitenkaas vergezeld werd en ik even vergat dat het gezelschap op mijn bord dan werd uitgebreid met een tofuburger- in plaats van een beefburger.

Verontwaardigd vroeg ik de ober waarom hij mij niet vroeg hoe ik mijn burger gebakken wilde hebben?
Na het solistisch ophalen van die vlaag van verstandsverbijstering, voegde mijn eetlust zich al gauw bij me. Ik heb haar gestild met iets dat op een croissantje leek, mede omdat de verpakking me dat vertelde.
Het was net iets voorbij Baarn – ik denk zo rond het moment dat ik terugdacht aan mijn woonjaren aldaar – dat ik me bedacht ook in Amsterdam te hebben gewoond.

Oh, dat was maar kort. Zo kort zelfs dat mijn fiets er nooit gejat is. Hoe verloren ik me daar heb gevoeld, terwijl de stad vannacht van ons was.
Hoe ik terug vluchtte naar Amersfoort, mijn thuishonk, mijmerde ik terwijl ik Soest passeerde. Waar ik eens drie weken bij mijn zus logeerde, omdat ik nergens anders heen wilde. En waar ik drie weken geleden twee allerliefsten in de echt verbond.

Ter hoogte van Amersfoort dacht ik terug aan toen mijn oudste daar geboren werd, aankomende zaterdag wordt ze alweer een beetje ouder.
Vlak voor Hoevelaken begon het me allemaal te duizelen. Deze razende rit terug in de tijd. De opsomming van leegtes, liefdes, lol en leed. Tot ik met 126 kilometer per uur langs een bordje reed. 'Welkom in Gelderland'.

Het was alsof mijn Peugeotje wind mee kreeg, ze liep nog nooit zo stralend. Heeft zich vast verloren gevoeld in de grote stad, dacht ik meteen. Misschien wel gebeden niet gestolen te worden tijdens mijn afwezigheid. Terugverlangd naar het thuishonk, onder de carport. Links naast de voordeur, op een licht hellend vlakje dat vraagt om een tikkie handrem. Geen wonder dat ze zo alert is.

Zij en ik reden vanmorgen glimmend haar plekje op. Tikkend van tevredenheid liet ik haar achter, op de handrem, in haar sas. En ik wist echt zeker dat ik thuis was, toen ik jou in mijn bed vond.