Badpakbillen

Aan het einde van een lange dag zit ik alsnog met de kinderen aan het meer, ondanks dat ik net boos was omdat ik mijn boek niet vinden kon en het daardoor voelde alsof het universum mijn ontspanning nooit zou accepteren. De oudste komt aangerend met een steentje in de vorm van een hart en twee mededelingen: dat ze nu graag die lolly uit de tas wil en dat die mevrouw die daar in die zwemband dobbert dus geen topje draagt. 5 jonge kinderen naast ons hebben dat ook opgemerkt. "Dat haar man dat goed vindt", zeggen ze geschokt, en ik vergeet al gniffelend bijna dat ik mijn boek zojuist niet vinden kon.

Op de begrasde helling weet ik mij geen houding te vinden, helemaal plat is niet plat genoeg en rechtop duwen de pollen zich in mijn achterste. Ik geef niet op, wissel gewoon elke minuut van positie en probeer alsnog zoveel mogelijk in mij op te nemen van het andere boek dat ik heb meegepakt. Het universum kan me wat; ik was voornemens te lezen, dus dan doe ik dat.

Vanuit het water roepen de meisjes me af en toe iets toe, over ingeoefende kunsten en de handstand en daar dan een illustratie van. Even zwaaien en een dikke duim volstaan, waarna ik weer van houding verander. Verderop zie ik blote dikke billetjes waggelen en denk daardoor terug aan toen ik me nog zorgen maken moest over zwembandjes en waterkantjes. Al is alles relatief, wanneer ze nu onderduiken kijk ik nog altijd net zo lang (of kort) tot ze weer boven zijn.

De vrouw in de zwemband blijkt een blessure te hebben, niet aan haar handen overigens dus ze had wel een topje kunnen dichtknopen als ze dat had gewild. Wulps en vrij hinkelt ze richting haar handdoek, haar borsten huppelen daarbij zo uitbundig dat ik zachtjes wens dat ze haar bovenlichaam niet per ongeluk verlaten. Ineens moet ik denken aan die keer in de zomer dat mijn moeder me van school kwam halen en haar jurk zich in een stoute zomerbries als het diagonale shirt van Tarzan om haar lichaam had gevormd. En nee, ze droeg geen bh.

Zoiets zou mij als moeder nooit overkomen, zwoer ik aldaar. Tot wij een tijdje terug naar het openluchtzwembad gingen, mijn lief en ik op skeelers en de meisjes er op de fiets bij-, achter-, voor-, en/of naast. Op de terugweg bleek dat het onderste deel van mijn jurkje onbedoeld onder mijn rugtas was gekropen, waardoor ik onderweg zeker tot iets over de helft voor meer dan de helft zichtbaar was geweest. Al skeelerend, met badpakbillen die dankzij het wegdek bij elk bultje steeds kuilerig opschrokken.

Mijn lief en mijn kinderen hadden het alle drie allang gezien en antwoordden na mijn afschuwwekkende schok nonchalant: "We dachten gewoon dat je het warm had." Ik houd van ze, ze zien niet hoe dik ik mijn billen vind, of dat ik geen houding weet te vinden aan de waterkant. Ze geven me steentjes in de vorm van een hart. En oh ja, ze doen me vergeten dat ik mijn boek niet kon vinden.