Illustratie: Maaike Koebrugge
Illustratie: Maaike Koebrugge

Bart en Bartje, een vrij verhaal voor het paasfeest

Bartje logeert bij opa Bart. Nu denk je misschien dat Bartje een jongetje is? Mis hoor! Bartje is een meisje. En misschien denk je ook dat opa Bart een aardige opa is? Mis, hoor! Opa Bart is een knorrepot en een mopperpot. Hij zegt altijd: "Als je valt, bijt je op je tanden. Grote meisjes huilen niet en jongens helemáál niet!" Hij zegt ook: "Je bord helemaal leegeten! Dan had je maar niet zoveel moeten opscheppen."
Waarom gaat Bartje er dan tóch logeren? Nou, Bartje houdt gewoon veel van opa Bart, ook al moppert hij. En…. bij opa Bart valt veel te beleven. Er zijn koeien en varkens en pony's. En omdat opa Bart 'niet van flauwekul houdt' mag ze ook altijd meehelpen. Ze geeft de koeien hooi. Ze mest het varkenshok uit. "Dat stinkt", zegt ze dan. Maar opa bromt: " Mest ruikt lekker. Punt uit!"

Door Mieps Koebrugge

Maar het fijnst van alles is het galopperen op de rug van Mirabel, de pony. Dwars door het weiland. En als opa 's avonds de krant leest, speelt Bartje met Muisje, de poes.
Om acht uur moet Bartje naar bed. Dat doet tante Nelly, die dichtbij woont. Zij geeft Bartje ook een dikke zoen als ze welterusten zegt. Opa niet, die geeft een hand en hij mompelt: "Zoenen is onzin". Daar snapt Bartje niks van. Gelukkig hoeft ze er niet lang aan te denken. Ze valt meteen in slaap. Ze merkt niet eens dat om kwart over acht haar kamerdeur even opengaat en opa om een hoekje kijkt. Jammer, zó merkt ze óók niet dat opa een zacht kusje op haar wang drukt.

De volgende morgen is Bartje vroeg wakker. Dat komt door de haan. Hij kraait wel zeven keer. Vlug stapt ze uit bed en steekt haar hoofd uit het raam. Leuk, als ze alles van bovenaf bekijkt. Ze ziet de pony, de haan, de …… Hé, daar ziet ze opa. Bartje wrijft haar ogen uit. Ziet ze het goed? Heeft opa madeliefjes in zijn hand? Daar snapt ze niks van… Waar loopt opa heen?
Gauw trekt ze haar spijkerbroek aan, holt de trap af en gaat stilletjes achter opa aan. Opa gaat naar het kerkhof. Bij het graf van oma staat hij stil. Hij zet de madeliefjes in een jampotje.

Voorzichtig komt Bartje dichterbij. Ze ziet opa's gezicht. Ze schrikt. Opa huilt. "Opa", zegt Bartje en ze legt haar hand op opa's arm.
Nu schrikt opa. Hij dacht dat hij alleen was ...
"Opa", Bartjes lip trilt ook een beetje."Opa", zegt ze nog eens, "zullen we even op de bank gaan zitten? Dan kunnen we praten. Dat doet mama ook altijd als ik verdrietig ben."
Maar opa kan niet praten. Opa zegt niets.

Bartje denkt diep na. Wat moet ze doen? Dan begint ze zomaar te praten. Over oma. "Oma was heel lief, hè opa? Ze hielp zieke mensen, hè? En ze breide sokken voor alle kinderen uit de buurt. En weet je wat mama vertelde, opa? Dat oma languit in de modder was gevallen, omdat ze een biggetje wilde vangen."
"Ja, en weet je Bartje? Ze moest er zelf het hardst om lachen! En toen ik dichterbij kwam om te helpen, gaf ze me een stevige zoen. Toen zaten we allebei onder de modder!"

Opa lacht. Verbaasd kijkt hij daarna naar Bartje. "Wel ja! Nu laat ik me troosten door zo'n kleine meid!" Dan zegt hij zachtjes tegen Bartje: "Je lijkt wel een engel."
"Opa, ik ben een gróte meid. Dat zeg je zelf toch altijd als ik mijn bord niet leeg wil eten. En weet je opa, grote mensen huilen ook wel eens. En een kusje geven is geen onzin! En mama zegt soms ook dat ik een engel ben, maar …. meestal met een B ervoor!"

Ze neemt opa's hand. "Kom opa, we moeten aan het werk!" Opa staat op. "Ga je morgen weer mee naar oma's graf?", vraagt opa. "Ja, hoor", zegt Bartje," maar weet je opa, we kunnen ook af en toe over oma praten. Dan ben je misschien niet meer zo verdrietig. En opa, ik houd ook veel van oma, hoor!"
Opa knikt: "Je bent niet alleen een grote meid, nee, je bent ook een wijze meid."
"En nu opschieten!", moppert opa, "want er moet gemest worden. En denk erom: mest stinkt niet!"

De tekening bij dit verhaal is van Maaike Koebrugge. Zij schrijft: "Mama - Mieps Koebrugge - heeft me gevraagd om een illustratie te maken bij het paasverhaal over opa Bart. De illustratie is het jampotje met madeliefjes uit het verhaal. Een mooi kwetsbaar element, in contrast met die grote 'norse' opa. Mijn opa heette Bart, mama's papa, en woonde in de Betuwe; onlosmakelijk verbonden met Flipje, kersen en jam. Op de achtergrond speelt voor mij ook het overlijden mee van de moeder van een goede vriendin deze week, aan de gevolgen van het coronavirus. Wat een vreemde, verwarrende tijd is het. En ook het vooruitzicht naar Pasen is anders dan ooit tevoren."