Cursus

Vorige week zondag werd ik veertig jaar, dat vond ik prima. Sterker nog, met het dubbele zal ik in de toekomst zelfs nóg gelukkiger zijn. Natuurlijk hielp het lichtelijk dat we geen huis vol genodigden ontvangen mochten. Ik werd slechts op de wc met mijn kont op de feiten gedrukt; daar hing ter verrassing een rol met mijn cijfer op ieder vel. Het was van dat dunne 1-laagstoiletpapier, we waren er snel doorheen met zijn allen.

Ik houd overigens erg van intiem en overzichtelijk, dus mijn dag was sowieso groots. Er waren warm gebakken broodjes, onze eenjarige verrekte haar nek met het staren naar de slingers en mijn twee tieners gaven zo ongeveer elke spaarcent uit aan mijn geluk. Online leek ik wel een celebrity en offline hing er zomaar een pakje aan de deur. Een vriendin appte of ik mee wilde doen aan een fotoshoot voor vrouwen vanaf mijn leeftijd en ik appte haar terug er de hele dag nog geen moeite mee te hebben gehad. En oh ja, dat ik niet mee zou doen.

Wellicht kwam het door mijn reeds bereikte mijlpaal, of is het de tweede lockdown die dreigt, maar ik vroeg me ineens af wat ik nog graag leren wil. Op internet zocht ik naar cursussen in kalligraferen, dat wil ik namelijk al jaren leren. Op een half uur rijden bleek een expert bijna van start te gaan met nieuwe lessen. Ik legde haar schema verwachtingsvol naast het mijne, we kwamen er niet uit.

Van de boekenbon die jij me op mijn verjaardag gaf (het bedrag kwam overeen met een getal dat ik niet meer noem) kocht ik een schriftelijke cursus, niemand weet immers tegenwoordig nog of je er wel op uit gaan mag. Het boek kwam de volgende dag. En nu zoek ik al achtenveertig uur naar een geschikt moment waarop het toegestaan is - zonder protest - een stil plekje te veroveren met mijn boek, u snapt; ik ben nog steeds op zoek.

Waarschijnlijk zijn deze kopzorgen inmiddels futiel, omdat de premier wellicht gisteravond meedeelde dat het verstandig is de komende weken vooral thuis een cursus te volgen. (Terwijl je poogt te werken, de kinderen doceert, amuseert, fêteert en ze onderwijl weldoorvoed opvoedt. Maar dat terzijde.) Ik schrijf dit stukje namelijk op zondag en het ligt vlak voor- of na de persconferentie op uw mat, in uw bus of tussen uw klepborstels.

Wat maakt dat ik een beetje haper, een beetje stilval ook. Zoals een onaangeroerd boek dat doen kan. Verwachtingsvol wachtend tot de inhoud tot leven komt. Zo stokt het ook in mij, alsof ik pas weer lopen durf wanneer we horen stil te moeten staan. Alsof ik dan weer door kan gaan.

Mijn boek ligt inmiddels op de trap, naast de mondkapjes. Een stilleven van deze tijd; men is veelal de juiste woorden en de helft van het gezicht kwijt.