Het graf van Krebbers. Foto: PR

Het graf van Krebbers. Foto: PR

Levensverhaal Achterhoekse dichter Krebbers verder ingevuld

VORDEN - Arend J. Heideman verdiepte zich in het leven van H.J. Krebbers en wist hierdoor het levensverhaal van de schrijver weer iets verder in te vullen.

'Achterhoekse dichter' staat op de grafsteen in Vorden van de in Gelselaar geboren schrijver H.J. Krebbers (1852-1936). Op de Vordense begraafplaats is het eenvoudiger het (familie)graf te vinden van de dichter A.C.W. Staring. Theo Jansen van de gemeente Brockhorst leverde echter snel de goede route. Het voor Krebbers, die vele jaren onderwijzer was in Vorden, in de steen gebeitelde geboortejaar 1853 klopt niet (3 moet 2 zijn).

Bij gebrek aan papier schreef Krebbers volgens Hendrik Odink zijn eerste gedichten op een staldeur. Succes had hij vooral als schrijver van jeugdboeken (zie ook: willemsluiter.blogspot.com). Daar was zoveel vraag naar dat van zijn ‘Toon Revers’ in 1930 een vijfde druk verscheen. Zijn dialectverhalen waren eveneens in trek.

Hoewel hij ook altijd bleef dichten sloeg zelfs zijn grote vriend en poëzieliefhebber H.W. Heuvel dit werk minder hoog aan. Hij schreef: "Ook kleine sterretjes kunnen vriendelijk schitteren en zulke dichters kunnen weldoeners zijn door een liefelijken glans uit te stralen in het gemoed der kleinen en eenvoudigen." Boeiend blijven de gedichten vooral vanwege zijn achtergrond. Onderaan op de grafsteen van Krebbers staat ook een dichtregel van hem. Waar komt die vandaan? Verdwaald in het Odink-archief bij het Ecal in Doetinchem ligt nog een slecht exemplaar van zijn bundel ‘Lelietjes der dalen’ (1886). De regel is afkomstig uit zijn gedicht ‘Onze ziele dorst naar God’, dat begint met de regels: 'Onze ziel, in ’t aardsche lot,/ Dorst naar Liefde, Licht en Leven.'

H.J. Krebbers. Foto: PR
De grafsteen van Krebbers. Foto: PR