Høken

Dat er kleine dingen weer mogelijk zijn, dat vind ik fijn. Een kameraad vroeg of ik mee ging wandelen. ‘Kan niet’, zei ik. ‘Ik moet winkelen.’ Er stond een tijdstip gereserveerd. Kwart over drie. Het was ook vrij hard nodig. Ik was uit mijn broek gescheurd, vraag niet hoe. Een tijd terug had ik een nieuwe besteld. Paste niet. Nu stond ik voor het eerst in lichtjaren weer eens in een paskamer.

Even hiervoor vroeg ik de onderneemster hoe het ging. Het antwoord kon ik natuurlijk raden. De uitzichtloosheid is zwaar. Des te bewonderenswaardiger is de manier waarop zij en vele anderen blijven knokken. Dat er weer mensen naar binnen mogen, is een lichtpuntje. Puur impulsief kocht ik ook een trui. Die had ik anders nooit besteld. Nu paste het precies binnen mijn 45 minuten winkeltijd.

Zo kon ik ook weer naar mijn kapster. Dat de deuren daar weer open mochten, vond ik vooral heel fijn voor haar, haar vakgenoten en heel veel vrouwen met ingewikkelde kapsels. Hier is er altijd nog plan B in de vorm van de tondeuse. Ik had al een coronakapsel voordat het woord was uitgevonden. Dat kan ik rustig opschrijven. De coupe heeft immers zelfs de landelijke roddelpers gehaald.

De horeca blijft nog even gesloten. Gelukkig zijn er bezorg- en afhaalmogelijkheden in overvloed. In de regionale krant las ik over de eigenaar van ’t Snackhuus in Hummelo, tevens zanger in de band van 'Matthijs gaat door', het zaterdagavondprogramma van Matthijs van Nieuwkerk. Het verhaal ging over die combinatie; frietbakker en zanger. Er stond iets over gemarineerde kip. Moest ik proeven.

Hoe dan? Het terras is gesloten en als je met kip van Hummelo naar Hengelo rijdt, dan is de kip koud. De oplossing zie ik al wanneer ik het dorpsplein op kom rijden. Aan de rand van het plein staat een mooie bank. Even later vouw ik er een aluminium bakje open en haal het kartonnetje eraf. De optrekkende geur stuurt me linea recta naar een ver en veilig vakantieland. Geen strenge maatregelen, veel zon.

Nu is de zon net onder. Het plein is - op wat geparkeerde auto’s na – compleet leeg. Niemand ziet hoe ik de stukken kip met een plastic vork tussen een pitabroodje prop. Bijna niemand. Van een afstandje kijken enkel Bennie Jolink en de zijnen toe. Ik denk aan die dag in mei 2018, de onthulling van het Normaal-standbeeld. Afgeladen vol was het hier.

Waar zouden ze deze dagen zitten, al die mensen? Op een bankje, langs een fietspad in de prille voorjaarszon? Misschien bij de kapper of ergens in een pashokje? De kans is het grootst dat ze thuis zijn. Thuis in de tuin of op de bank met een biertje. De tv aan, een serie of een potje voetbal zonder publiek. Ze zitten hoe dan ook te wachten, allemaal te wachten totdat ze ooit weer kunnen høken.