wij samen

je hebt bladwijzers gestoken
in de takken van de bomen
ik zie het als ik naar boven kijk
helemaal tot aan de kronen
en nog verder waar je wist
dat vogels zingen roodborstjes
mussen merels lijsters
maar dat hoorde je niet meer

ik vouw je kleren nooit gedragen
om het slijten te vertragen
kind dat is nog veel te mooi
dapper sprong je uit de tijd
net toen ik even weg was
en nu reis je door de ruimte
je vroeg zo vaak hoe zal dat zijn
van zwaartekracht bevrijd

eindelijk Suideras bereikt
blijkt de Willibrorduskerk gesloten
waar steek ik nu een kaarsje aan
vouw ik mijn handen leg ik alles
in dat oude woordje amen
jij kon dat zomaar in de allee
tussen torenhoge bomen
waar je blijmoedig riep wij samen