Anne Meijer

"Wat een wereld, wat een wereld", zei de vroegere Oossink-Jan. Misschien denkt de huidige Oossink-Jan het ook wel eens, maar dat is wat anders. Ik woon niet zo ver uit de buurt en ik kwam er geregeld. Niet op visite want Jan en Berts gaven geen visite, maar iedereen was er welkom. Als je er voor een collecte kwam gaven ze royaal. Ze namen een duik in de beschuittrommel die in den bozen stond. Er zat geld genoeg in. Soms haalden ze uit het linker kamertje een stapel manchesteren broeken en haalden dan uit èèn van de broekzakken wat geld. Ook hebben we er wel eens varkens gehaald. Dat was een ellende. In' t donker plonsten we door de varkensdrek om ze te vinden. Het was èèn brei in het hok want van schoonmaken kwam niets van bij hun.
Jan stond aan de deur en lichtte bij met de petroleumlamp . "Achte mot ut der wezen... zei hij.

Vanzelfsprekend denk ik daar wel eens aan als we op de deel naar één van door Anne Meijer georganiseerde concerten zitten te luisteren. Door de muziek mijmer ik zo weg en dan komt me dat weer voor de geest trouwens nog veel meer, want Oossink is al heel oud. Wat zou die oude gebintspaal die dan vlak naast me staat, wel kunnen vertellen als hij praten kon. Soms dan krijg ik het idee dat hij me aan kijkt en zegt: Och, jonge, hier is zovôlle gebeurt! Natuurlijk is er veel gebeurt want Oossink is al heel oud. In 1302 werd het al ten geschenke gegeven aan het Klooster Burlo. Trouwens later nog eens. Dat was nog in de tijd dat de grens tussen Nederland en Duitsland nog helemaal niet bestond!

Sommigen denken dat het wel een café geweest kan zijn en dat er bier gebrouwen werd. Dat kan best want er zaten drie kelders in. En daarbij, Oossink staat aan een weg die zelfs op de oudste kaarten is te vinden. Dan mijmer ik daar over verder.

Kwam de Graaf van Lohn hier ook even binnen stappen als hij met z'n gezelschap langs kwam. Of de Heer van Ghemen?? Of kwamen er rondtrekkende wandervôgel vragen voor wat nachtlogies. Haalden ze dan hun lier of hun fluit voor de dag als ze bij het haardvuur zaten, om wat te spelen voor hun gastvrouwe? Kwamen dan de anderen ook stilletjes de keuken binnen om te luisteren? Zaten er soms langstrekkende ridders met hun soldaten in de keuken. Met hun stampende paarden op de deel. Vertelden ze in een weemoedige bui van de verre landen waar ze vandaan kwamen of doorgetrokken waren? Vertelden ze van de kruistocht waaraan ze deelgenomen hadden, naar het verre Palestina.

Oossink was ook scholte van Kotten. Dat hield in dat hij de belasting moest innen van de andere boeren die in z'n rot woonden. Kwamen die daar hun derde garve brengen? Heeft er ook bij Oossink een Spieker gestaan waarin dat alle bewaard werd? Hoe ging het in de Spaanse tijd of in de Franse. Waren er ooit hier kozakken op de deel, ruziemakend wie er voor ut hoondergat mocht liggen omdat het hun te warm was op de deel? Ook Duitse soldaten kwamen er wel in de oorlog. Maar Jan en Berts hadden hun radio gewoon voor de vensterbank staan en hadden hem nooit ingeleverd. Die radio viel niet op, hoor. Hij zat onder de spinnewebben en ander stof, want zo ik al zei, de heren hielden niet van schoonmaken. Toen ze oud werden heeft een nicht van hun hen opgehaald ze werden in hun laatste jaren netjes verzorgd. Toen bleef het oude Oossink leeg staan en iedereen in Kotten hield z 'n hart vast. Wat gebeurt er mee. Gelukkig werd het onder leiding van Eberhardt Jans fijn gerestaureerd. Het is weer een sieraad in de omgeving. Natuurlijk vroegen we ons af wie er zou komen wonen. Natuurlijk zo'n stel Westerlingen die hier een beetje voor profeet wilden spelen. Dachten we! Maar ze pakten de historische draad weer op en de troubadours van de twintigste eeuw krijgen er een welkom onthaal. We hebben er al heel veel moois gezien en gehoord. Iets waarvoor Anne dan nu haar terechte waardering voor kreeg. We zijn er erg blij mee en gunnen het haar bijzonder graag! Bedankt dat U aan haar gedacht hebt en Anne en Jan, gefeliciteerd! !