Met Allerzielen staat de dichter stil bij de kerk van Breedenbroek. Die is gedeeltelijk gesloopt. In de overblijvende ruïne wordt een glazen doos gebouwd, waarin de gebedsruimte komt.

Sint Petrus en Pauluskerk

zoals haar hart opengebroken
de kerk van Breedenbroek
blootgesteld aan onbeschaamde blikken
achter de glazen pui
liggen relikwieën er verloren bij

en besloten in een binnendoos
waarvan zij dacht
dat daar het antwoord lag
tot zij ontdekte dat het allemaal
om de vragen draait

hoe zij binnentrad
stralen van licht door de hoge ramen
alsof zij hem weer aan kon raken
juist op de plaatsen
waar het was beschadigd

haar stem nog rauw
gaf klank aan haar verdriet
gaandeweg werd het een lied
dat zong buiten haar om
en toch ten diepst met haar verbonden

nu ontraadselt zij niet langer
ze kan zich enkel nog verwonderen
het geheim blijft ongeschonden
ze sloopten het oude slot
maar zij draagt de sleutel nog