De corona-afdeling lijkt een wereld op zich. Foto: Jennifer Grosman
De corona-afdeling lijkt een wereld op zich. Foto: Jennifer Grosman

Corona-afdeling SKB: ‘We zetten er met zijn allen de schouders onder’

Algemeen

WINTERSWIJK -  Het aantal corona-besmettingen lijkt nu iets te stagneren. En op dit moment worden er iets minder mensen met deze ziekte opgenomen dan een paar weken geleden. Niettemin gaat op de corona-afdelingen van de ziekenhuizen, die nog veelal vol liggen, de strijd onverminderd door. En doen artsen, verpleegkundigen, stagiaires, buddy’s, fysiotherapeuten, logopedisten en vele anderen er alles aan om hun patiënten zo goed mogelijk te verzorgen en te begeleiden op hun weg naar herstel.

Door Bart Kraan

Dat is zeer zeker het geval op de corona-afdeling van het Streekziekenhuis Koningin Beatrix (SKB), waar ze op dit moment een corona-afdeling met twintig bedden hebben en nog eens vijf bedden op de corona-IC. Achterhoek Nieuws bracht onlangs een bezoek aan de corona-afdeling van het SKB, kreeg er een rondleiding en sprak met personeelsleden en patiënten.

Zo’n afdeling is een wereld op zich, waar je niet zo maar binnen komt. En die je niet zo maar kan verlaten. Personeel en bezoekers dienen, voordat ze door een speciaal geplaatste deur naar binnen gaan, zich in een speciaal daarvoor ingerichte ruimte te hullen in een schort, speciaal mondmasker, handschoenen en muts. Die beschermende kleding moet iedereen voor het verlaten van de afdeling uittrekken en volgens een bepaald protocol, duidelijk gemaakt op een afbeelding, in een afvalbak stoppen. Tijdens het uitkleden moeten diverse keren de handen worden gedesinfecteerd. De corona-afdeling van het SKB heeft ook haar eigen opslagruimtes voor linnengoed, bloeddrukmeters en middelen om patiënten zuurstof en vocht toe te dienen. ‘’Maar er liggen bijvoorbeeld ook koptelefoons die mensen kunnen gebruiken als ze televisie kijken’’, vertelt leidinggevende Desiree Geurink. ‘’We proberen het voor de patiënten zo aangenaam mogelijk te maken’’, zo vult Hanneke Groot Nibbelink, communicatieadviseur in het SKB, aan.

De corona-afdeling van het Winterswijkse ziekenhuis is gevestigd op een afdeling waar normaal gesproken mensen voor interne geneeskunde of een kankerbehandeling worden opgenomen. Deze zorg vindt nu niet hier maar op een andere afdeling plaats, waardoor daar de druk ook flink oploopt en zij ook extra diensten werken’’, aldus Geurkink. ‘’We hebben de zorg dan ook anders moeten organiseren. Zo wisselen we personeel en kennis uit. Oncologieverpleegkundigen werken op andere verpleegafdelingen en longverpleegkundigen werken nu op deze afdeling.’’

De corona-afdeling is begonnen met acht patiënten, later werden dat er dertien, sinds vorige maand zijn het er dus maximaal twintig. ‘’In geval van code zwart hebben we hebben ruimte voor nog meer coronapatiënten, maar dan moeten we wel extra personeel inzetten’’, vertelt Geurkink. Of de corona-afdeling van het SKB ooit nog eens meer mensen moet opvangen, is een beslissing die landelijk wordt genomen. Hoe dat dan binnen de regio wordt verdeeld, beslist het Regionaal Orgaan Acute Zorg, waarbij naast het Winterswijkse ziekenhuis het Medisch Spectrum Twente in Enschede en de ziekenhuizen van de Zorggroep Twente in Almelo en Hengelo zijn aangesloten. “Als het aantal ziekenhuisopnames oploopt en we moeten nog verder opschalen, dan heeft dat consequenties voor andere afdelingen en komt de reguliere zorg verder in het gedrang.’’

Het SKB kan in dat geval alleen nog zorg verlenen die echt door moet gaan. Dan moet je denken aan acute zorg, zoals coronazorg, hartinfarcten, hersenbloedingen en trauma na een ongeluk . Zo worden in de huidige situatie bijvoorbeeld operaties aan heupen en knieën in principe niet meer gepland. ‘’Alleen de zorg die binnen zes weken nodig is, voeren we nog uit, dat is landelijk zo bepaald’’, zo geeft Groot Nibbelink aan. ‘’Mensen die zorg nodig hebben die langer dan zes weken kan wachten, moeten helaas wachten. Anders is het voor ziekenhuizen niet te organiseren. Daarom is het belangrijk dat er niet meer mensen besmet worden. Dat zou ten koste gaan van de zorg en het personeel. Want hoe meer coronapatiënten, hoe meer personeel we hiervoor nodig hebben.’’
En een toenemend aantal besmettingen zou ook inhouden dat de mensen die nu op de corona-afdeling van het SKB werken, meer uren moeten gaan werken. Terwijl de verpleegkundigen (zes in de dagdienst, vier in de avond en twee in de nacht) het al zwaar genoeg hebben met hun diensten van acht uur waarbij ze vrijwel constant in hun warme, beschermende kleding moeten rondlopen tot ze weer pauze hebben.

‘’Wat de werkdruk betreft, zijn we blij dat we de beschikking hebben over buddy’s, veelal oud-verpleegkundigen die ouder zijn dan 65 jaar. Zij zorgen ‘s nachts voor extra handen. Als we hen niet hadden gehad, hadden onze verpleegkundigen nog meer uren moeten werken’’, vertelt Geurink. ‘’En meer uren werken betekent ook vaak weer extra druk op de thuissituatie’’, zo vult Groot Nibbelink aan. ‘’Want veel collega’s hebben een gezin en hebben bijvoorbeeld te maken met een oppas.’’

Hoewel het werk op de corona-afdeling fysiek dus zwaar is, klaagt het personeel dat er aan de slag is, niet. ‘’’Je zou denken dat er wel eens gemopperd wordt’’, aldus Geurink. ‘’Niet dus. Er heerst meer een stemming van: ‘We zetten er met zijn allen de schouders onder.’’

Ook mentaal wordt er veel van de verpleegkundigen en andere op de corona-afdeling werkzame personeelsleden gevraagd. ‘’Soms denken mensen dat we ons in perioden dat er niet zo veel besmettingen zijn, rustig voorbereiden op de volgende golf’’, vertelt Geurink. ‘’Maar dan richten we ons juist weer op de reguliere zorg en het inhalen van uitgestelde zorg. Dat maakt dat er weinig tijd is om op adem te komen.’’
Het SKB doet er echter alles aan om de verpleegkundigen en andere personeelsleden van de corona-afdeling mentaal fit te houden. ‘’De mensen kunnen een beroep doen op het supportteam, dat bestaat uit onder anderen psychologen en geestelijk verzorgers. Onze collega’s kunnen alleen en in groepsverband met hen gaan praten. En onze collega’s hebben ook veel steun aan elkaar.’’