Vera Simon en Wilma Hagelstein met dochter Laura bij de volgeladen bus. Foto: Aart Steenbergen
Vera Simon en Wilma Hagelstein met dochter Laura bij de volgeladen bus. Foto: Aart Steenbergen

Met vrachtwagen vol spullen naar Oekraïense grens

Aart Steenbergen bracht door vrijwilligers- organisaties verzamelde spullen weg

Door Liesbeth Spaansen

BRONCKHORST/CHELM - Aart Steenbergen komt oorspronkelijk uit Bodegraven, maar eenmaal in de gemeente Bronckhorst neergestreken, sloot hij zich, nu meer dan tien jaar geleden, aan bij de Lionsclub Bronckhorst. “Het aantal leden groeit weer, dat is fijn”, laat Aart weten. “We hebben een behoorlijke prestatie geleverd door vijf weken tulpen te verkopen langs de deuren. Netto levert dat veel geld op voor onze goede doelen.” Een extra goed doel afgelopen weken was Oekraïne. Aart bracht een vrachtwagen vol spullen tot bijna aan de Oekraïense grens.

Naast het ouderlijk huis van Aart Steenbergen in Bodegraven was een transportbedrijf. Daar ontdekte hij dat Transport en Logistiek bij hem paste. “Ik werkte vijfentwintig jaar bij twee verschillende logistiek dienstverleners, Steenbergen Bodegraven en C. van Heezik Utrecht”, vertelt hij aan de keukentafel in Keijenborg. Daar zette hij een eigen bedrijf op, Keijenborg Logistiek - advies en begeleiding.

Na zijn pensionering in 2017 pakte hij zijn oude liefde, met een vrachtwagen rijden, weer op. “Ik kon na een gesprek bij Gesink in Zelhem twee dagen per week met een combinatie rijden, dagritten met een aantal los- en laadadressen in Nederland of Duitsland. Daarnaast ben ik vrijwillig chauffeur bij Stichting Technieklokaal van het Metzo college.”

Naar Oekraïne
“Ik werd vrij snel getroffen door de ellende in Oekraïne. Ik gaf bij Gesink aan dat ik hulpmiddelen wilde transporteren”, vertelt Aart. Hij werd gevraagd voor de tweede rit door Vesta Netherlands in Doetinchem. “Ik werd donderdag 31 maart ontvangen door Vera Simon, directeur van Vesta NL en Wilma Hagelstein, medewerkster bij Vesta die de inzameling van hulpgoederen opzette.”

Het vertrek stond gepland op 4 april. “Daaraan voorafgaande was wel wat te doen”, zag Aart al snel. Hij had, samen met zijn vrouw Hanneke al hun contacten binnen de Lionsclub Bronckhorst en Soroptimistenclub Zutphen enthousiast gemaakt om spullen in te zamelen. “Daarnaast waren het ook dorpsgenoten die spullen kwamen brengen. Iemand had voor 200 euro slaapzakken geregeld en een ander bracht een envelop met 20 euro voor benzine”, vertelt Hanneke enthousiast.

Vrijdag 1 april kwamen vele auto’s met aanhangers vol spullen naar Vesta in Doetinchem. Via Wilma Hagelstein kwamen er nog spullen vanuit Dinxcenter, Buuls Doetinchem, PvdA Doetinchem en voetbalclub DSV. “De spullen moesten worden gesorteerd en op pallets geplaatst”, vertelt Aart verder. “Voedsel, medicijnen, incontinentiemateriaal van een zorginstelling, voedingssupplementen en dextrose, maar einde middag stond alles in de wagen.”

Zaterdagmorgen kwam nog een verrassing. “We konden veertien ton aardappelen ophalen in Terborg”, lacht Aart. “Uiteindelijk konden we tien ton aardappelen laden.” De vrachtwagen werd volgetankt en daarna hield hij een rustdag.

“Maandagochtend 5.00 uur ben ik vertrokken. Dan kun je een heel eind komen. Voor de Poolse grens stond ik twee volle uren in een volledig stilstaande file, maar ik kon daarna tot honderd kilometer van de Poolse grens komen, toen waren de maximale tien te rijden uren om. Na negen uren rust ben ik dinsdagochtend vertrokken en kwam rond 14.00 uur aan in Chelm, nét voor de Oekraïense grens.”

Angela transport in Chelm, een transportbedrijf dat gespecialiseerd is in Oekraïense transporteren, haalde met een aantal mensen alle spullen uit de vrachtwagen om over te zetten in een vrachtwagen met Poolse chauffeur en in treinwagons. “Ik heb daar foto’s gemaakt, ook als bewijs dat het is aangekomen. Een deel gaat naar regio Donbas en een ander deel gaat naar de frontsoldaten ergens in Oekraïene. Een kerkelijke instantie zorgde voor de distributie.”

Omdat het zonde is om een vrachtwagen leeg terug te laten rijden, had Gesink een retourlading geregeld. “Ik reed ongeveer 150 kilometer noordwaarts naar Lukow waar een vracht hout voor Enschede klaarstond.” De reis kwam zo tot een goed einde. “Het kostte veel tijd, maar het is hartverwarmend hoeveel mensen meeleven, ook via appjes gedurende de reis. Dat was fijn, ook omdat Polen een kaal akkerland is.”

Aart zou zo weer met een vracht naar Oekraïne willen rijden, maar weet ook dat misschien een andere chauffeur tijd daarvoor wil inruimen. “Ik ben gelukkig niet geconfronteerd met ellende, dat is me bespaard gebleven. Ik ben zo’n type dat gaat meelijden”, weet hij. “Hulpverleners die mensen hebben opgehaald bij stations in Polen bijvoorbeeld, zien vreselijke taferelen. Ik heb in professionele sfeer mijn werk kunnen doen en zo mijn steentje kunnen bijdragen.”

Mensen gehaald
Na de behouden terugkeer had Aart op 13 april nog even telefonisch contact met Vera Simon. Zij vertelde dat ze de volgende dag met een busje naar Warschau zou rijden om gevluchte mensen uit Cherson op te halen om mee naar Nederland te nemen. Op de heenweg wilde ze nog levensmiddelen meenemen om daar weer mee te geven naar de regio Cherson.

Dat verhaal werd verteld bij vergadering van de Lions Club Bronckhorst en leverde een snelle actie op die resulteerde in een spontane terbeschikkingstelling van 500 euro waarmee de volgende morgen een flinke hoeveelheid levensmiddelen ingeslagen werd en nog net meegegeven kon worden in het op vertrek staande busje.

De spullen worden door Poolse chauffeurs overgeladen van de vrachtwagen van Gesink naar Angela. Foto: Aart Steenbergen