Rob Dieperink. Foto: PR
Rob Dieperink. Foto: PR

‘Daar doen we in de regio best bekrompen over’

Veur de Draod

ACHTERHOEK - In Veur de Draod beantwoorden Bekende Achterhoekers stellingen. Vandaag prof-scheidsrechter Rob Dieperink (34) uit Borculo.

Door André Valkeman

1) Mijn mentale bui is:
“Goed. Sinds mei heb ik bij gemeente Berkelland een nieuwe dynamische baan. Ik ben gebiedsregisseur. De dagen verrassen je, houd ik van. Dan bespreek je met burgers waar er eventueel windmolens kunnen komen. De dag erop gaat het over de leefbaarheid van Ruurlo.

Daarnaast ben ik voetbalscheidsrechter. Zowel nationaal als internationaal. Ik ging met Björn Kuipers mee naar Champions League-wedstrijden, als videoscheidsrechter. En nu met Danny Makkelie. Zo was ik erbij toen Ronaldo Europees tegen Messi speelde. Dat zijn jongensdromen.

Ik word in werkomstandigheden en op straat wel aangesproken op wedstrijden die ik floot. Op leuke en minder leuke manieren. Er zijn twee opties: het afkappen of het gesprek aangaan. Afkappen ben ik niet van. Ik houd van benaderbaar zijn, weglopen kan ook verkeerde indrukken wekken. Bijvoorbeeld arrogantie.

Je krijgt dus leuke reacties. Een enkele keer ook dingen als: ‘Hé, Dieperink, klootzak!’ Indien een passant vindt, dat je zijn club benadeelde. Het gaat om de scheidsrechter Dieperink, niet de mens, denk ik dan maar. 

Het klopt dat er ooit gedoe was, in de regio. De Graafschap kon promoveren en Eagles ook. Ik moest De Graafschap fluiten. Dat zou ik als Achterhoeker niet kunnen doen, zeiden sommigen. Want: wellicht bevooroordeeld.

Ik vind het wel vervelend dat onze regio er best bekrompen over kan doen. Ik woon 30 kilometer van zowel Doetinchem, Deventer als Enschede. 25 van Almelo. Allemaal clubs die, in meer en mindere mate, ook vanuit de Achterhoek gesupporterd worden. Dan zou ik die allemaal niet kunnen fluiten… Onzinnig. Ik supporter geen enkele club, ook niet één van deze.”

2) Ik lijk het meest op ‘mien va/mien mo’:
“Mien va. In karakter: open, direct en ondernemend. In uiterlijk lijk ik ook op hem. Mijn ouders stonden op de markt, vroeger. Ondergoed en nachtkleding. Als kind vond je dat niet zo aantrekkelijk. Dan hielp ik in vakanties bij de snoepkraam aan de overkant. Nu kijk je daar anders tegenaan. Via de markt leerden ze mij met iedereen overweg te kunnen, daar heb ik als scheidsrechter nu profijt van.’’

3) Dit is mijn grootste angst:
“De hoogste in. Ik heb hoogtevrees. In Engeland zat ik in de Londen Eye, ik was er met vrienden. Wegens een technisch mankement kwam het stil te staan. Een jaar of vier geleden. Ik had al een beetje hoogtevrees en dat is daarna extreem geworden. Ik zat op hoogte en kon geen kant op. Geen controle meer hebben, zo hoog in de lucht… Dat wil ik nooit meer beleven.’’

4) Ouder worden is:
“Rust in je leven. Zowel werk, privé als sportief. Rond je 47ste is het tegenwoordig over als scheidsrechter. Ik ben 34 en heb nog een paar jaar. Ik heb zeker doelen. Topwedstrijden fluiten in Nederland.’’

5) Na de dood is er:
“Het is een groot vraagteken. De realist in mij zegt: voor leven na de dood is geen bewijs, het bestaat niet. Maar ik respecteer andere geloven en gedachten hierin.’’

6) Ik kan buiten de Achterhoek wonen:
“Zeker. Amsterdam had ik mooi gevonden. De geschiedenis ervan trekt mij. Maar de huizenprijzen zijn gigantisch en voor mij als scheids is het niet handig. Je mag nooit als profscheids een wedstrijd fluiten van clubs uit je woonplaats. Ga je in Amsterdam wonen, dan kan je nooit de klassieker fluiten…

Ik kom vanwege de arbitrage overal. Nergens vind ik zoveel rust als hier, ontdek ik nu tevens. In de Achterhoek valt ballast van je af. Daarom is Amsterdam misschien ook een brug te ver, inmiddels. Met de toeristendrukte en bijbehorende rolkoffer-terreur.’’

7) Dit was mijn laatste vechtpartij:
“Nooit aan begonnen. De-escalatie, dat was ik. Als scheids verwachten ze van je dat je observeert bij een opstootje. Toch, als het even kan… Ja, dan ben ik wel het type dat twee kemphanen uit elkaar wil houden. Als het kan, hè.’’

8) De mens is monogaam:
“In zijn algemeenheid niet, kijk om je heen. Ikzelf zou wél heel burgerlijk willen zijn, als ik een relatie krijg. Dan wil ik iets opbouwen met een ander. Niet de onrust hebben dat je partner ook nog verder zoekt naar een ander.’’

9) Mensen met een accent zijn:
“Een mooie afspiegeling van de Nederlandse landkaart. We praten over diversiteit tegenwoordig, daar passen accenten helemaal bij. Ik merk ook een groter wordende tolerantie hiervoor. Een accent? Dat kan prima! Is de tijdsgeest.’’

10) Dit komt op mijn grafsteen:
“Een urn. Geen grafsteen. Ben ik te nuchter voor. Nee, ook geen tekst in de urn. Gewoon, een urn. Een urn.”