Afbeelding

In de echte wereld

Het is de maaimeiniet-maand maar het schijnt, dus maaide ik het gras niet omwille van de biodiversiteit en de bijen en de vlinders en de kevers, ofschoon mijn gazon weinig meer vertoonde dan hoog gras.
De gedroomde verwachting van boeketten met madelieven, boter- en paardenbloemen, vergeetmenieten en hondsdraf bleef vooralsnog een droom, zoals ik die opgediend kreeg via de maaimeiniet-websites.

Meer verwachtingen kwamen niet uit; op de dag van dit schrijven is het land in de ban van het optreden van een mogelijke supercell, een zeer zware regenbui, wie weet met tornado, (een talkshow had alvast een weerman uitgenodigd), maar ook hier implodeerde de verwachting.
Er trok gewoon een regenfront over het land.
In zekere zin tuigt men het dagelijkse leven steeds meer op met ‘experiences’ en evenementen, met droomvoorstellingen en grootse belevenissen.

Wat ooit gewoon slecht weer was is nu voorzien van kleurcodes en waarschuwingen: het weer zelf is een experience geworden, net als winkelen bijvoorbeeld.
Over onze waarneming schuift een digitaal filter, eindeloos gepresenteerd op platformen die ons via schermen bereiken.

Soms, heel soms, benadert de werkelijkheid - de analoge -, de werkelijkheid die we zonder tussenkomst van hulpmiddelen met eigen zintuigen waarnemen, de gefilterde, overprikkelde voorstellingen van de digitale wereld.
Mij was, via dit medium, deze krant, gewezen op de schoonheid van een kerk in Vierakker, de Willibrordus.

Die kerk heeft natuurlijk een site, een digitale voorstelling, zoals bijna alles, en daarop was veel bijzonders te zien en te lezen.
Deze kerk was een belevenis.

Prachtig gelegen op een landgoed, voorzien van ‘het best bewaarde authentieke interieur’, gebouwd in 1870, gewoon in opdracht van een baron die een eigen kerk in de buurt wilde hebben.
Dit was allemaal nog digitale informatie, die zelfs nog voorzag in een virtuele rondleiding, en mocht u nu veronderstellen dat ik die hier zou toetsen aan een eigen zintuiglijke ervaring, dan moet ik u teleurstellen; de kerk was gesloten toen ik voor de deur stond.

Slechts een blik vanuit het voorportaal was mogelijk.
Die was overigens al voldoende om onder de indruk te zijn van de schittering die nu al 150 jaar in de kerk was aangebracht en die, begreep ik, een liefdevolle restauratie had ondergaan.
Ik nam me heilig voor me nog eens fysiek te laten rondleiden door het gebouw en genoot intussen van de ligging - het hoge geboomte, de tuin, de begraafplaats. Hier ligt de eerste katholieke minister-president van Nederland, Charles Ruijs de Beerenbrouck begraven.

Allemaal digitale informatie.
Maar waar de werkelijkheid de digitale voorstelling echt overtrof was bij de wandeling achter de kerk: daar ontsloot zich over onverharde paden een beeldschoon landschap van bosranden, licht golvende akkers en velden.
Op een brug over de Baakse beek vochten twee fazantenhanen zo hartstochtelijk dat ze de naderende wandelaars niet leken op te merken. En er openden zich vergezichten op weilanden, die precies deden wat je in een maaimeiniet maand mocht verwachten: ze veranderden in een zee van boter onder een kolkende lucht - mooier dan op de website.