Ernest Beuving. Foto: Bram Kunz

Ernest Beuving. Foto: Bram Kunz

Bram Kunz

‘Ouder worden is: met stagediven een spoor van protheses achterlaten’

Veur de Draod

ACHTERHOEK - In Veur de Draod beantwoorden Bekende Achterhoekers stellingen. Wie antwoordt legt zijn ziel bloot. Vandaag cabaretier Ernest Beuving (1961) uit Exel. 

Door André Valkeman

1) Mijn mentale bui is:
“Goed, maar ik weet niet precies in hoeverre dit ook door de antidepressiva komt die ik slik. Mijn motto is nu in ieder geval: ‘Prozac eens lekker door.’”

2) Ik lijk het meest op ‘mien va/mo’:
“Ik lijk, denk ik, het meest op mijn moeder. Zij was gevoelig, zachtaardig en altijd gericht op het beteugelen van spanningsvelden. Mijn vader was een enorm gedreven, emotionele man met een zware moraal voor zichzelf maar ook voor zijn omgeving. Hij kon erg driftig worden als iets hem teleurstelde, bijvoorbeeld zijn kinderen. Ik kan soms ook wel driftig zijn, maar niet in die mate gelukkig en naar mijn kinderen toe al helemaal niet. Ik gun hen het recht om ook van hun eigen fouten te leren.’’

3) Mijn grootste angst:
“Angst voor de angst. Angst moet ervoor zorgen dat je overleeft maar kan er ook voor zorgen dat je niet meer leeft. Achteraf gezien ben ik vaak voor niks bang geweest. Da’s zonde van je tijd. Of zoals ik ooit schreef: ‘Vlak voordat ik sterf besef ik vol gewetenspijn: toen en toen en toen… had ik gelukkig moeten zijn’.”

4) Na de dood is er:
“Ik ben in mijn leven vijf keer bijna dood geweest en ben er nog steeds. Leonard Cohen zegt zo mooi aan het eind van zijn leven: ‘ik geloof in geen enkele God die ik zelf kan bedenken.’ Ik ben op mijn 27ste nog voltijd biologie gaan studeren, omdat ik wilde weten hoe leven kan ontstaan vanuit een levenloze toestand. Ik kreeg alleen maar meer vragen. Maar meer vragen leidt tot meer verwondering en dus tot meer beleving. En waar komt alle beginenergie vandaan? Als je dat weet, dan heb je God een hand gegeven. Tot ik dood ga verwonder ik me. Dat is de mooiste manier om met onwetendheid om te gaan.’’

5) Ouder worden is:
“Geestelijk: rustgevend. Door het besef van een gebrek aan tijd, in deze hoedanigheid, ga je vanzelf beter met je tijd om. Zo besteed ik mijn tijd alleen nog aan mensen waar ik zelf energie van krijg en die ik graag mag. Als je jonger bent denk je dat je iedereen te vriend moet houden omdat je anders van alles misloopt in de lobby; daar ben ik niet meer mee bezig. Ook op sociale media woon ik mezelf bepaald niet uit. Ach, er is zoveel narcisme en egoïsme; iedereen is alleen maar met zichzelf bezig en bovenal: te weinig met mij, háhá. Ik heb nu bijna 2000 Facebookvrienden maar ik sla weleens een verjaardag over.

Lichamelijk... Zolang ik nog kan ‘borderline’-dansen in mijn voorstellingen en kan crowdsurfen teken ik ervoor. Maar natuurlijk komt er een moment dat je tijdens het stagediven een spoor van prothesen achterlaat in de zaal.’’

6) Ik kan buiten de 
Achterhoek wonen:
“Ik voel me hier helemaal thuis. Er is hier weinig kouwe drukte, gemoedelijkheid en rust. Maar nu natuurlijk even niet, door de stikstofcrisis. Ik heb echt heel erg te doen met de boeren. Ik ben meer van het dorp en het platteland dan van de grote stad. Ook al weet iedereen in zo’n kleine gemeenschap vaak beter hoe het met je gaat dan jijzelf.’’

7) De mens is monogaam:
“Monogamie is in de natuur vrij zeldzaam. Maar alles wat zeldzaam is, is extra bijzonder. Ik zou er niet tegen kunnen als mijn vrouw vreemd zou gaan, dus zoek ik het zelf ook niet. Nou gaat de impulsiviteit van het vreemdgaan er op een bepaalde leeftijd ook wel een beetje af. Als je eerst de thuiszorg moet bellen of ze je steunkousen wat eerder uit willen komen trekken bijvoorbeeld. Mijn vrouw zegt dat ze zelfs nog geen andere man neemt als ik kom te overlijden. Nou weet ik niet of ik dit als een compliment moet zien of als een belediging…’’

8) Hierom huilde ik voor het laatst:
“Huilen is iets wat ik niet kan. Daar ben ik niet trots op, ik zie het zelfs als een gebrek. Ik schiet bij emotionele stress meteen in de stand dat ik de boel moet redden; lucht moet geven. Nou, als je door mij gered moet worden dan heb je er een probleem bij.’’

9) Mensen met accent zijn:
“Net gewone mensen maar soms iets moeilijker te verstaan.’’

10) Dit komt op mijn 
grafsteen:
“Ga om mij niet lopen janken, voor je ‘t weet lig je zelf tussen de planken’.”