De markante graansilo maakt nu deel uit van een woning en biedt uitzicht op de wijde omgeving. Foto: Contact
De markante graansilo maakt nu deel uit van een woning en biedt uitzicht op de wijde omgeving. Foto: Contact

Geschiedenis van een plek moet bewaard blijven

Algemeen

Boeyink-complex was grote onbekende kanshebber Monumentenprijs

Door Henk Klein Holte

HEIDENHOEK - De vakjury voor de Monumentenprijs 2020 van Bronckhorst had een pittige klus te klaren. Ga er maar aanstaan: kiezen tussen kasteel Hackfort - dat onder meer een prachtige nieuwe voorziening kreeg om te overnachten -, Coops Molen in Zelhem, die weer in vol ornaat staat te ‘shinen’ én het Boeyink-complex in Zelhem (Heidenhoek), waar de cultuurhistorische kenmerken behouden blijven op de plek waar het vermalen van granen en verwerken van diervoeders heeft plaatsgemaakt voor monumentaal wonen… met uitzicht. De Monumentenprijs ging dit jaar naar Coops Molen, maar dat doet niets af aan de kwaliteiten van het Zelhemse complex.

Van de drie genomineerden is het Boeyink-complex voor velen ongetwijfeld de grote onbekende. In de buurtschap Heidenhoek staat de hoge graansilo, die ooit hoorde bij het bedrijf Boeyink Veevoeders. Het complex herbergde een maalderij, een boerderijwinkel en een bakkerijtje waar het meel werd gebruikt uit de op dieselolie draaiende maalderij.

Oude rommel
Egbert-Jan Rots van Rotsbouw, met vestigingen in Aalten en Zevenaar, kwam ruim tien jaar geleden in contact met Henk en Martha Boeyink. “Henk heeft hier zijn hele leven gewoond en gewerkt. Er waren plannen om te verbouwen en ze waren eigenlijk op zoek naar een partij die de ‘oude rommel’ wilde afbreken en opruimen.”
Op deze plek, met de markante graansilo als grote blikvanger, was sinds mensenheugenis veel bedrijvigheid. Er waren een molen, de maalderij, een bakkerij met twee houtgestookte ovens en een buurtvrieshuis en -bakkerswinkel gevestigd. Tot in de jaren negentig de activiteiten naar De Hoop werden verplaatst.
Het zou zonde zijn om al die sporen van het verleden uit te wissen, vonden Boeyink en ook Rots. Na een mislukte poging met projectontwikkelaars om het complex om te vormen naar wonen, kwam er toch schot in de zaak. “Toen Vincent Schreurs en Gerrit-Jan ter Horst zich ermee bezig gingen houden ontstond er al snel een plan dat de plek eer aan zou doen. Niet een nieuw wijkje met 24 woningen - een idee dat de gemeente en de provincie ook niet zagen zitten - maar de bestaande contouren van het complex behouden en vier prachtige woningen realiseren op een schitterende plek aan het befaamde Pieterpad, met behoud van de monumentale elementen”, vertelt Rots die enthousiast is over de inbreng van zoals hij ze noemt, de geestelijk vaders van het project, Ter Horst en Schreurs.
Ook op het provinciehuis werd het nieuwe plan met gejuich ontvangen. “Het behoud van industrieel erfgoed was reden voor het enthousiasme bij de provincie. Net als de ligging aan het Pieterpad, vanwege de vele wandelaars die er langskomen. De monumentale onderdelen bleven intact en dus bewaard. Zoals de weegbrug, de compartimentering van de silo, de graantrechters en de deuren van de houtgestookte ovens waardoor vroeger met grote platte scheppen het brood in en uit de oven werd geschoven. De provincie hielp door een subsidie te verlenen voor de sanering van de bodem, door de jaren heen vervuild door het gebruik van de dieselolietanks en -maalderij.”

'Ik heb zelfs overwogen om hier zelf te gaan wonen'

Rots is als projectontwikkelaar en bouwer trots op het project. “Ik heb zelfs overwogen om hier zelf te gaan wonen. We hebben een woning gerealiseerd voor de familie Boeyink in wat vroeger de stal was. Een woning is verbonden met de silo, met bovenin die silo een loungeruimte, vanwaaruit je kilometers ver over de omgeving uitkijkt. Je kunt bijvoorbeeld de brug in Emmerich zien liggen.”

Oplossing
Maar de schoonheid van de woningen is niet de enige factor die Rots een goed gevoel heeft gegeven. “De familie Boeyink zijn zulke leuke mensen. Zij zien dit project als een oplossing van hun probleem, dat het complex opgeruimd moest worden. Dát en niet geld was hun drijfveer. Het is zo’n mooie oplossing geworden, die getuigt van realistische kijk op de zaak. Die kon alleen ontstaan doordat de partijen heel goed samen afspraken konden maken”, zegt Rots. Daarmee bewijst hij eer aan de Boeyinks, van wie hij in 2008-2009 de grond kocht met de afspraak een huis te bouwen voor Henk en Martha. “Het was wel net in de crisis. Maar we zijn toch gaan bouwen”, kijkt de ontwikkelaar en bouwer terug. “En de afgelopen jaren, terwijl nog niet alles was verkocht is toch ook de rest afgebouwd. Tot eind dit jaar zijn we nog druk met de afwerking binnen, maar dan staat er een prachtig complex in het buitengebied, waar de bewoners buitenaf wonen maar niet alleen. De bewoners kunnen op elkaar terugvallen en dat zal bijdragen aan een prettige woonomgeving.”

Doorleefde gebouwen
Het was voor Rots niet het eerste industriële complex dat hij omvormde. “We hebben jaren geleden een oude textielfabriek in Aalten op vergelijkbare manier onder handen genomen. Ik vind het leuk om te kijken wat je met een industrieel complex kunt doen. Er zijn mensen die het ‘oude rommel’ noemen, maar het is geschiedenis. Doorleefde gebouwen die van zichzelf al een prachtige sfeer ademen. Zonde om dat allemaal zomaar op te ruimen. Wij hebben hier met alle betrokken partijen onze nek uitgestoken om het complex te behouden. Ik zie het als een voorbeeld van hoe het ook kan, het omgaan met monumentale gebouwen. Ik vind dit voor Zelhem een prachtig project geworden, een echte aanwinst.”
Als de kansen zich voordoen, is dit vast niet het laatste project voor Rots op dit gebied. “Ik was tijdens mijn vakantie in Cottbus, in het voormalige Oost-Duitsland. Daar zijn ook veel geweldig mooie voorbeelden te vinden van hoe men het industrieel erfgoed van de voormalige DDR heeft behouden. Zoals bijvoorbeeld een oude energiecentrale aan de rivier de Spree. Echt prachtig. Het laat zien dat het echt zonde is om die complexen zo maar af te breken. Het is de geschiedenis van zo'n plek.”

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant