Hans Suurmond, kennismakelaar Achterhoek 2020. Foto: Mark Ebbers
Hans Suurmond, kennismakelaar Achterhoek 2020. Foto: Mark Ebbers

Kennismakelaar: Achterhoek onderscheidt zich van vergelijkbare regio's

Algemeen

Koning Willem-Alexander vindt het ook: naoberschap bestaat hier

Door Mark Ebbers

REGIO - Als je aan Hans Suurmond vraagt iets te vertellen over recente ontwikkelingen in de Achterhoek, hoef je hem de woorden niet uit de mond te trekken. De coördinator volkshuisvesting bij Regio Achterhoek en kennismakelaar wonen bij Achterhoek 2020 schetst - vanuit het kantoor van Regio Achterhoek in de 'hoofdstad' Doetinchem - bepaald geen doemscenario. Hij ziet de problemen, maar ook en vooral vele positieve ontwikkelingen, bewoners die op een kansrijke manier allerlei zaken zelf aanpakken. En hij ziet dat de Achterhoek het op dit gebied beter doet dan vergelijkbare krimpregio's elders in het land. "Naoberschap bestaat echt", stelt hij onomwonden. "En dat was koning Willem-Alexander ook al opgevallen."

In gesprek met de koning
Eerder deze zomer was Suurmond namens de Achterhoek, samen met de directeur van het Graafschap College, in het Koninklijk Paleis op de Dam in Amsterdam. Ze waren uitgenodigd, met zo'n 60 vertegenwoordigers van andere regio's in Nederland, voor een conferentie, deze was georganiseerd door het Koninklijk Huis om de koning in de gelegenheid te stellen contact te houden met de plekken die hij de afgelopen jaren had bezocht. Dergelijke conferenties worden twee keer per jaar gehouden, met ook dit keer vooral aandacht voor de rurale gebieden in het land en niet zozeer voor de steden. De recente conferentie had als thema: 'Randen van Nederland, de toekomst van het rurale gebied'.
Suurmond verhaalt hoe hij bij de koning werd 'ontboden': "Een lakei kwam bij me en zei dat de koning me wilde spreken. Het staatshoofd benoemde het naoberschap, het was hem opgevallen dat Achterhoekers echt bereid zijn elkaar te helpen. Hij was goed op de hoogte en kon zich het bezoek aan de Achterhoek in 2014 - aan Borculo, Neede, Groenlo en Ulft – nog goed herinneren."
Schrijver Geert Mak was ook op de conferentie. "In zijn boek 'Hoe God verdween uit Jorwerd' had hij beschreven hoe mensen veranderingen te lijf gingen door zelf gezamenlijk zaken aan te gaan pakken", zegt Suurmond. "Dat zie je recenter ook in de Achterhoek. En het gaat goed: uit een onderzoek van dit jaar bleken Achterhoekers positiever te denken over de leefbaarheid en over de aanwezigheid, bereikbaarheid en kwaliteit van voorzieningen."

De bewoners centraal
Hans Suurmond is een van de drie kennismakelaars van de stuurgroep Achterhoek 2020. Hij houdt zich bezig met het aspect wonen in de Achterhoek, met de voorzieningen en de leefbaarheidsaspecten die daarmee samenhangen. Er is bij Achterhoek 2020 ook een kennismakelaar bereikbaarheid en een kennismakelaar werken. Dat thema werken ziet Suurmond als de kern: "Wonen en bereikbaarheid zijn daarbij ondersteunend."
Dat hij zichzelf concentreert op wonen lijkt logisch voort te komen uit zijn achtergrond: Suurmond was 25 jaar directeur bij een woningcorporatie. "Ook daar lag mijn focus bij de bewoners. Verbindingen leggen tussen mensen, daar ging het mij toen en daar gaat het mij nu om."

Mensen pakken het zelf op
Suurmond laat vele voorbeelden de revue passeren van voorzieningen die – door demografische veranderingen en terugtrekkende bewegingen van overheidswege – de laatste jaren in de Achterhoek door bewoners zelf zijn overgenomen, door vrijwilligers.
Zo ziet hij dat een groeiende groep ouderen kan blijven participeren, doordat mantelzorgers niet alleen meer uit de nabije familie- en vriendenkring komen. "Denk aan het pastorieproject mantelzorg (het Max-huis, ME) in Zieuwent. Dit soort projecten maakt dat mensen langer in hun eigen dorp kunnen blijven wonen en niet naar een voorziening in een grotere plaats hoeven."
Ook zijn de zwembaden in Hengelo en in Lichtenvoorde volgens hem mooie voorbeelden van burgerinitiatieven om voorzieningen door te zetten. Suurmond: "Ineens is er meer mogelijk, door de inzet van vrijwilligers en ook door bijdragen van bedrijven. Mensen zeggen: het is nu van ons."
Het verschijnsel van energiecoöperaties en collectieve zonnedaken ziet Suurmond ook als een illustratie van als bewoners samen doen. Net als de ontwikkeling van voormalige kerkgebouwen. Enkele jaren geleden werd in een straatonderzoek in het kader van de het Achterhoek 2020-project Kernenfoto's aan mensen gevraagd naar de door hen ervaren 'parels en puinhopen'. Daaruit kwam naar voren dat gebouwen zonder functie vaak als een puinhoop werden gezien en kerken juist als parels. In meerdere dorpen zijn er acties opgestart om de mooiste kerkgebouwen te bewaren, met crowdfundingachtige benaderingen.

Vervoer 2020
Het ontstaan van hybride vormen vindt Suurmond erg interessant, bijvoorbeeld op het gebied van openbaar vervoer. "Je ziet dat de hoofdverbindingen zoals verzorgd door bijvoorbeeld Arriva, worden aangevuld door dwarsverbindingen, verzorgd door ZOOV en door met vrijwilligers onderhouden diensten als de Naoberbus, die vervoer van deur naar deur verzorgen. Een flexibel systeem van vervoer heeft de toekomst."
Tegelijk vindt hij dat het samen reizen gestimuleerd moet worden. Zo is er een app ontwikkeld voor medewerkers van het ziekenhuis in Doetinchem, waarmee men gezamenlijk heen- en/of terugreizen kan afspreken. Suurmond: "Het stimuleert onderlinge contacten en het vermindert ook nog eens de verkeers- en parkeerdruk."
Op vervoersgebied zijn er meer toekomstige ontwikkelingen, zo wordt er geëxperimenteerd met busbanen zonder vaste haltes. "Technisch is bijna alles mogelijk", aldus Suurmond. "Maar ook hier geldt: de voorzieningen moeten aansluiten bij wat mensen willen. Het systeem is er voor de gebruikers en niet andersom."

Soorten vrijwilligers
Suurmond ziet binnen de groepen vrijwilligers twee types: "Aan de ene kant zijn er de jonge ouderen, zeg maar tussen de 60 en de 75 jaar. Dat zijn mensen die zich vaak langdurig aan iets verbinden. Daartegenover willen jongeren zich meer projectmatig inzetten."
Vrijwilligersinitiatieven werken volgens Suurmond het beste in dorpen tot zo'n 2000 inwoners, zoals Beltrum. Zijn advies: "Grotere dorpen kun je het beste opknippen in verschillende delen.".

Bedrijfsleven innovatief
Naast burgerinitiatieven en vrijwilligersinzet is Suurmond ook positief over het bedrijfsleven in de Achterhoek: "Je ziet bedrijven steeds meer samenwerken op het gebied van innovaties." En dat het hier een innovatief sterke regio is, blijkt volgens hem wel uit het feit dat alleen in de regio Eindhoven nog meer patenten zijn verleend.

Scholieren en studenten
Op het gebied van onderwijs ziet Suurmond verschillen tussen de scholingsniveau's: hij constateert dat mbo'ers overwegend binnen de regio blijven werken, terwijl hbo'ers en zeker academici vaak buiten de regio blijven, nadat ze daar voor hun studie al naartoe zijn gegaan. "Onderwijs en organisaties moeten de arbeidsmarkt en de mbo'ers beter op elkaar aan laten sluiten. Al is dat in conjunctuurgevoelige sectoren als de bouw lastig, bovendien zit er altijd jaren vertraging in: als het je lukt om meer mensen voor een bouwopleiding te laten kiezen, duurt het nog een tijd voordat ze inzetbaar zijn." Hoger opgeleiden moet je volgens Suurmond vooral meer reuring bieden, een goed voorbeeld is volgens hem het campushotel in Doetinchem.
Terwijl, met name hoger opgeleide, jongeren de Achterhoek juist verlaten, ziet Suurmond dat gezinnen met kleine kinderen zich juist wel graag in de Achterhoek vestigen. De rust en de ruimte, mensen die elkaar nog kennen. "Voor die groepen zijn dit soort zachte aspecten vaak doorslaggevender bij de woonplaatskeuze dan het harde aspect werk."

Achterhoek 2030
Vanuit Achterhoek 2020 is men al bezig met Achterhoek 2030. "Samen nadenken over de toekomst. Een halfjaar lang gaan we samen met Achterhoekers scenario's ontwikkelen, keuzes maken. Hoe gaat het met de elektrische auto, met het gasloze huis? We moeten nu al gaan anticiperen op de bevolkingssamenstelling over twintig jaar."

Samenwerking
Gevaar van de schaalvergroting van voorzieningen – onder andere door drempels qua aantallen gebruikers – in combinatie met de bevolkingskrimp, is dat mensen te grote afstanden moeten gaan afleggen. Dit kan ondervangen worden door samenwerkingsverbanden aan te gaan. "Kijk naar Gaanderen, waar twee scholen die elk op zich onder het minimumaantal leerlingen zouden komen, gingen samenwerken, en daar ook verenigingen bij betrokken", haalt Suurmond een voorbeeld aan. "Ook Scholder an Scholder, een project bij de voetbalclubs in de regio en gesteund door de KNVB. is een mooi voorbeeld van inspelen op veranderingen."

Kansrijke krimp
Kortom, de krimp hoeft in de Achterhoek geen probleem te zijn, wat Hans Suurmond betreft. "En de Achterhoek onderscheidt zich van bijvoorbeeld Zeeuws Vlaanderen en Groningen." In die laatste regio ziet hij een groter contrast tussen 'de stad' en 'de ommelanden'. "Mensen kijken daar meer naar de overheid en nemen zelf minder initiatieven."
Ook voor de Achterhoek is het wel van belang dat de overheid veranderingen begeleidt en blijken van waarderingen geeft aan aanpakkers en vrijwilligers.
"Een kansrijke krimpregio", zo omschrijft Suurmond de regio Achterhoek. De bottom line is wat hem betreft: "Mensen moeten elkaar kunnen blijven ontmoeten."

Meepraten?
Wie wil meepraten over de toekomst van de Achterhoek, is welkom op 2 oktober tijdens een avondbijeenkomst van Achterhoek 2020 in Mariënvelde.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant