Afbeelding

Zwieren

Opinie

Vroeger werd ons abonnement op de ijsvereniging standaard verlengd, je wist gewoon zeker dat je jezelf ieder jaar op een boodschappentas langs de kant zou vinden; billen in de sneeuw, rode vingers rond veters die stug blijken, met leer dat niet wil wijken en een wil zo onbuigbaar als je ijzers. Ze kwamen bij ons nooit uit het vet, toch knikte je instemmend als je dat olijk werd gezegd.

We wonen inmiddels tweeëneenhalf jaar vlak bij een ijsvereniging, als mensen ons vragen waar we huizen en de straatnaam niet herkennen, zeg ik: ‘in de wijk achter de ijsbaan’ en dan gaat er vaak alsnog een lichtje aan.

Er hangen peertjes aan palen in de wei die ik voorheen alleen dienst zag doen als grasland of rustoord voor ganzen. Maar afgelopen donderdag, tijdens onze fietstocht naar school, kraakten er twee proefkonijnen over de ondergelopen weide; eentje op noren en de ander al kunstrijdend. Het bleken geen zwartrijders, want ze baanden de baan voor wie er later op zou gaan. ‘Ik wil warme wangen’, smeekte mijn kleine bijrijder en ik werd almaar warmer vanbinnen; zag mezelf weer zitten, met beschermers en klittenband, handschoenen kortstondig in ruste om daarna de baan op te stunten.

Op de radio hoor ik later die dag twee dj’s naar schaatstermen zoeken, ze fantaseren over het ijs opgaan, aangehaakt tezaam en hoe dat ook alweer heet. ‘Zwieren!’, roep ik steeds luider tegen de boxen. Me onderwijl afvragend of deze kwestie hun algemene kennis betreft, of mijn ouderdom.. Het spant erom, want wij hebben geen abonnement op de baan achter ons huis.

‘Ga je nog schaatsen?’, vraag ik thuis. Mijn tiener ligt op de bank en antwoordt dat al haar vriendinnen er al zijn. De baan is nog een uurtje open wanneer wij richting de zolder lopen en even later glibbert ze over de stoep richting de rest. Met mijn schaatsen, die zij inmiddels past, in een boodschappentas. Op onze family-tracker-app zie ik hoe de foto van haar gezicht zich schokkerig door het weiland verplaatst. Het moet er zowel simplistisch als futuristisch uit hebben gezien; een ouder die op een groen scherm naar een bewegend gelaat kijkt en nostalgisch dolgelukkig lijkt.

Het is stil in huis en ik geniet van wat ik niet kan zien, maar als geen ander weet; dit is de magie die je nooit meer vergeet. Zo magisch als water dat hard wordt en kou die ontdooit. Zo magisch dat de term ‘zwieren’ voor altijd onderdeel van je vocabulaire wordt.

Ze keert glunderend terug. Verwonderd over dit stukje zeldzaamheid binnen handbereik. ‘Mam’, zegt ze, ‘iedereen moest zijn fiets pakken’ en ik zei: ‘ik woon hier gewoon letterlijk achter.’

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant