Afbeelding

Gebroken

Opinie

Het halve land host in een menselijke sliert achter elkaar en jij raapt je eerste gebroken hart bij elkaar, ik weet niet wat ik doen moet en haal chocola; karamel zeezout bij gemis, voor wie voor het eerst concludeert dat liefde soms niet genoeg is. De pauzes tussen je huilbuien worden mettertijd iets langer en leegte kleurt je wangen. In je ogen zie ik waterige neutraliteit. ‘Laat het maar zijn’, zeg ik en dat je het goed doet. Hoe je dit aangaat en laat gaan, dat het helpt en helen zal en zoveel dapperder is nog dan een boze waan.

Wat zou ik dit graag namens jou dragen, maar wat is het ook een mooi proces om deze pijn, mettertijd, bitterzoete herinneringen te laten zijn. Om dit af te pellen tot een kern van beginnende levenswijsheid, omdat je soms meer waard bent dan je krijgt en daar geen genoegen mee hoeft te nemen. Of tenminste, nu nog niet. Jij googelt ondertussen of het wel klopt dat je zoveel zeer hebt ondanks eigen initiatief en dat vind ik ontwapend lief; dat je online handvatten zoekt om je aan vast te houden, het is voor het eerst dat je zoveel van een lief hebt gehouden. Het is een risico, schat. Het verschil tussen wie durft te springen of valt.

Met je zusje zoek ik, ter verzachting, een dinoknuffel voor je uit. Ze liep al, ter afleiding, met een prentenboek voor je uit, want ze dacht dat het je zou helpen die aan haar voor te lezen. We gniffelden er samen om, al verschuilt je humor zich wel een beetje op de achtergrond. Ook daar hebben we om gelachen; om hoe je, overbevolkt door anderzijds, niet meer ad rem genoeg lijkt. ‘Ik ben zelfs niet meer grappig’, zei je. En je was ook even niet meer woke genoeg om je tegen mijn opzettelijke platvloers zijn te verzetten, dat vond ik dan wel weer verademend.

Onderwijl blijven we doorademen, wetend dat je tranen moet bijvullen; met spraakwater, verhalen en dansjes. Plots stond je weer op en deed je mee, met ledematen van elastiek, een smalle grimas en voeten zonder richting. Er bleek nog bodem onder wie je bent, geaard door puzzelstukken die we langzaam bijeen rapen, al dansend plakken we jouw flarden tegen je tranen, word je weer heel, of ‘anders’ heel in elk geval. Voor ons ben je altijd compleet genoeg om helemaal van te houden. Dat gun ik je, kind. Dat je dat ook buiten deze muren vindt.

En ondertussen zal ik, voor de zekerheid, aangedane tranen plengen. Ze met de jouwe aanlengen, wanneer je niet kijkt, gewoon voor de zekerheid. Misschien maakt het de stroom lichter, of in elk geval zouter; zodat je niet ondergaan zult, maar drijven kunt.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant