Afbeelding

Een eend in het donkere heelal

Onlandse tijdingen

De tijdingen hier zijn soms ook kronieken, ze berichten van de voorbije week. In een van de afgelopen nachten noteerde ik het volgende.
‘Nacht in een niet gestookt huis.

Omgeslagen deken. Ik kijk op het kleine scherm.
Een uitzending van de Nasa op mijn telefoon.

Op die telefoon een beeld uit een ijskoud heelal.
Een witte punt in een zwart vlak.

We zijn live. Seconden tellen af. De witte punt wordt groter.
De punt wordt een rots.

Kort voor de botsing- ‘the impact’ - lijkt de rots op een oliebol in de ruimte.
Beng! (Maar dan geruisloos.) Beeld valt weg.

Juichende mensen in een Amerikaanse control room.
De Dart Mission is een succes.

Een planetoïde geraakt - en misschien uit zijn baan geduwd.
De Amerikanen verdedigen de aarde. Wat knap: frontaal een object raken van 163 meter breed op elf miljoen kilometer afstand.

En wij profiteren mee. Dank, Nasa.
Ofschoon: wij hebben de Esa, de Europese ruimtevaartorganisatie.

En die Esa - die presteerde al eens een heel ander kunststukje.
Het lanceerde in 2004 een sonde voor een ruimtereis van tien jaar. Tien jaar! Niet om elf miljoen maar om víjfhonderd miljoen kilometer te overbruggen.

En niet om domweg stuk te slaan op een ruimterots, maar om er - in 2014 - op te landen met een piepklein landertje, een minilab, dat vanaf die sonde vederlicht zou worden neergelaten op de komeet.
Kijk, dat is pas hogeschool-navigatie en stuurmanskunst.’
Waarom wijd ik hier een tijding aan? Uit bewogenheid.

Ik was destijds in 2014, in de nacht van de landing op die komeet, in het controlecentrum van de Esa in Darmstadt in Duitsland. Met andere journalisten die de gebeurtenis voor hun medium versloegen en astrobloggers die hun volgers op de hoogte hielden.
Het was ongelooflijk spannend, en ontroerend ook.

Het landertje heette Philae, een soort wasmachientje met lange dunne poten. De sonde die hem losliet en die zijn signaal doorleidde naar de aarde, heette Rosetta. De komeet was geen oliebol maar had de vorm van een eend.
Magistraal was het moment waarop het landertje na een geweldige, vederlichte stuit op de rots begon te zenden, ofschoon het met een geknakt pootje half in een donkere spleet was verdwenen.

Die donkerte was dramatisch, want daardoor konden Philae’s zonnepanelen niet voldoende opladen. Het voerde daar, miljoenen kilometers bij ons vandaan, op die razende komeet in dat oneindige koude heelal, een doodstrijd.
Zijn batterijen konden nog een korte tijd werken, en hij stuurde nog zoveel mogelijk kostbare gegevens over de samenstelling van de komeet naar de aarde.

Maar hij verzwakte en ik schreef toen:
‘Ik kan zeggen dat ik erbij was toen Philae stierf. Bij Esa liet men hem zijn laatste woorden zeggen. So much hard work….getting tired..
We hielden onze adem in. Iemand riep: Hang in there, little guy!

Het was tegen tweeën in de aardnacht. Philae was heengegaan. Was het gek, dat we hem ‘jochie’ noemden? Nee, dat was niet gek. Want daar, diep in dat heelal, was Philae een verlengstuk van de mensheid, de mensheid in al zijn brille en tekortkoming. Dag jochie.’

Wim Boevink

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant